verspreidt. Nu vloeit het vocht, door deze in duizenden stralen verdeeld, in den vergaarbak B B'. Omdat het op dien weg eene groote oppervlakte aan lucht,
zonneschijn en windstroom blootstelde, is er reeds veel van verdampt. Het komt derhalve betrekkelijk met meer zout beladen in den vergaarbak aan, en vloert nu uit deze òf weder naar voortdurend lager geplaatste gradeerwanden, waar het opvolgend meer en meer vocht verliest, of het wordt, in kleinere inrigtingen, uit genoemden vergaarbak nogmaals, en soms wel tot 4 of 5 malen toe weder naar boven in den bak C gevoerd, om denzelfden weg nog eens te maken. Men kan op zulk eene wijze zoo sterk de oplossing verdigten, dat zij zelfs 20 percent zout inhoudt. Tot hoe ver men die verdamping kan voortzetten, hangt af van de betrekking, die er is tusschen den prijs der brandstoffen en van het verlies aan zout, dat men bij het voortdurend graderen ondervindt. Want de wind toch voert niet alleen