Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/139

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
117
HET KEUKENZOUT.

Vijftig millioen ned. ponden, zeide ik, leveren die mijnen daar 's jaarlijks op; en wat zouden ze niet kunnen geven, zoo het Oostenrijksche gouvernement, dat het monopolie van den zouthandel heeft, de productie niet regelde naar de behoefte! Het zout wordt er toch tegen 5 gulden (Oostenrijksch) de 60 ned. ponden verkocht. De kosten der mijnbearbeiding worden zorgvuldig geheim gehouden, hoewel men meent dat het gouvernement niet minder dan 400 procent wint, en derhalve daardoor een inkomen van twee millioen twee honderdduizend gulden bekomt.

De bergwerken strekken zich thans over eene uitgebreidheid van 14 bunders uit, terwijl de galerijen en gangen te zamen eene lengte innemen van 56 ned. mijlen. De groeven bestaan uit drie afdeelingen of velden; zij vertegenwoordigen de drie tijdvakken der geschiedenis van de bewerking der mijn.

Het oude veld bevat de oudste en onregelmatigste groeven. Het Janina-veld, naar koning johannes van Polen genaamd, omvat de sedert de 15e eeuw begonnen verbeterde mijnwerken; en het nieuwe veld bestaat uit de mijnen, die onder het Oostenrijksche bestuur zijn ontgonnen geworden. Deze velden hebben vijf verdiepingen. Elke verdieping bevat eene uitgestrekte reeks van vertrekken, die met elkander door talrijke, horizontaal loopende zuilengangen of galerijen gemeenschap hebben. De verdiepingen zelve zijn door schuine groeven of trappen met elkander verbonden. De bovenste verdieping ligt 8 el beneden den grond, de laagste 200 el. De ruimten tusschen iedere twee verdiepingen bedraagt 20 tot 30 el, en de laagste gangen liggen 900 el beneden den waterspiegel van den Weichsel. Lager te graven houdt men voor gevaarlijk wegens de opwellende bronnen. Het zout, dat het naast aan de aardoppervlakte ligt, is meer of min met klei vermengd, en wordt alleen verkocht om in veevoeder te mengen.

Het zout der tweede verdieping, bestaande uit groote blokken, heet groen zout, en wordt het meest in den handel gebragt. Het zout eindelijk uit de benedenste lagen is het fijnste. Men vindt ook soms blokken helder gekristalliseerd zout, te midden van ander. Dit is zoo zeldzaam, dat het vroeger alleen voor de Poolsche koningen werd