Deze pagina is proefgelezen
VERKLARING DER FIGUREN.
Fig. 1. Bloem van de muurbloem (Cheiranthus Cheiri, L.) , veelbladige bloemkroon. | k.b. kelkbladen; b.b. bloembladen; m.d. meeldraden; s.p. stamper. | |
Fig. 2. Bloem van de haagwinde (Convolvulussepium, L.), eenbladigebloemkroon. | s.b. schutbladen ; k.b. kelkbladen; b.k. bloemkroon. | |
Fig. 3. Bloem van de herfst-tijdeloos (Colchicum autumnale, L.), bloemdek. | b.d. bloemdekbladen; m.d. meeldraden. | |
Fig. 4. Een meeldraad. | h.d. helmdraad; h.b. helmbindsel; m.k. meelknopjes of stuifmeelhokjes; o.v. overlangsche vore. | |
Fig. 5. Meeldraden bij eene lipbloem. | Tweemagtige meeldraden; twee lange en twee korte. | |
Fig. 6. Meeldraden uit eene kruisbloem. | Viermagtige meeldraden; vier lange en twee korte. | |
Fig. 7. Meeldraden bij de malvaas. | Meeldraden in één bundel vereenigd. | |
Fig. 8. Meeldraden bij de vlinderbloemen. | Meeldraden in één bundel vereenigd en één vrij. | |
Fig. 9. Meeldraden bij den citroen. | Meeldraden in drie of meer bundels vereenigd. | |
Fig.10. Meeldraden bij de zamengesteldbloemigen. | Meelknopjes der vijf meeldraden vereenigd; 10a zooals in de bloem vereenigd; 10b opengelegd. | |
Fig.11. Meeldraden met den stamper vereenigd. | m.d. ongesteelde meeldraden; s.t. stempel. | |
Fig.12. Een stamper. | v.b. vruchtbeginsel; s. stijl; s.t. stempel; e. eitje. | |
Fig.13. Bloem van eene Primula (sleutelbloem), overlangs doorgesneden. | k. kelk; b.k. bloemkroon; m.d. meeldraden; s.p. stamper; e. eitjes. | |
Fig.14. Stuifmeel. | 14a stuifmeel van Dipsacus fullonum, Mill; 14b van Convolvulus tricolor, L.; 14c van Lythrum.....? 14d van Cuphea procumbens, Cav. | |
Fig.15. Driehoekige stuif meelkorrel van Epilobium hirsutum, L. | u.h. uitwendig huidje; s.b. a - ontwikkelde stuifmeelbuis; s.b. b stuif meelbuis in het begin van ontwikkeling. | |
Fig.16. Stamper van Helianthemum denticulatum, Pers. (overlangs doorgesneden). | v.b. vruchtbeginsel; s. stijl; s.k. stijlkanaal; g.c. geleidend celweefsel; s.t. stempel; s.b. stuifmeelbolletjes; s.b.b. stuif meelbuizen; e. eitjes. | |
Fig.17. Planteneitje , voor (17a) en tijdens (17b) de bevruchting. | u.h. uitwendig huidje; t.h. tweede huidje; e.k. eikern; k.z. kiemzak; p. poortje of mondje; s.b.b. stuifmeelbuis. |