Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/193

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
167
DE TIMMERAARS ONDER DE DIEREN.

Op deze wijze leven de larven van Curculio (Balaninus) nucum in hazelnoten, eikels of ook wel in okkernoten, terwijl wederom andere soorten, zoo als Anthonomus pomorum en A. pyri, in de bloesemknoppen van appel- en van perenboomen boren en daardoor aan hunne jongen voedsel verschaffen, maar ons daarentegen van menige vrucht berooven, die anders welligt tot rijpheid zoude gekomen zijn.

Ook onder de Boktorren komen vele soorten voor, die schadelijk

Kever en larve
Cerambyx carcharias.
voor het houtgewas zijn. Wel is waar zoeken de larven van eenigen het liefst zulke gedeelten van het hout op, die reeds ziekelijk zijn en daardoor minder weerstand bieden, doch niet zelden boren larven van soorten dezer familie ook in gezond hout, zoo b. v. die van Cerambyx carcharias en C. populneus in dat van populieren, C. linearis in dat van hazelaren; en, dat de larven van laatstgenoemde soort in staat zijn zelfs in zeelr dunne takjes eenen zeer langen gang te graven, getuigt nevenstaande afbeelding.

Takje van Hazelaar

Takje van een Hazelaar met een gang der larve van Cerambyx linearis.

Somtijds gebeurt het, dat de larven van groote exotische soorten van boktorren nog levend worden aangetroffen in het hout, dat uit tropische gewesten naar Europa wordt gevoerd. Vooral in Zuid-Amerika lijden de boomen veel van haar. Echter mag men niet voorbijzien, dat die houtvernieling door deze en andere insekten in de digte wouden dier gewesten ook hare nuttige zijde heeft. De reusachtige stammen, door stormen of aardbevingen ter neder geworpen, zouden daar véle jaren blijven liggen, indien niet insekten, die zich met hun hout voeden, hen binnen eenen korten tijd tot stof deden vergaan, dat dan den grond vruchtbaar maakt voor eenen nieuwen en weelderigen plantengroei.

Geen grooter vijanden van het houtgewas zijn er echter