Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/235

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
209
VILT- EN TAPIJTWERKERS.

instinkt geleid wordt, dat zij steeds dezelfde stoffen kiest om daaruit een nest te bouwen. Integendeel, het vervolg zal leeren, dat er ook in dat opzigt eene vrij groote verscheidenheid tusschen nesten, door dieren van dezelfde soort gebouwd, bestaat, hetgeen bewijst, dat de uiting van het instinkt zich wijzigt naar de omstandigheden, met andere woorden, dat de dieren kiezen tusschen de verschillende stoffen, die onder hun bereik zijn en daaruit diegene nemen, welke het best aan hun bijzonder oogmerk voldoen. Eene keuze nu veronderstelt eene zekere mate van overleg, een op grond van ervaring genomen besluit, en dat werkelijk deze laatste van invloed is op de handelingen van vele dieren, wordt reeds daardoor bevestigd, dat men meent opgemerkt te hebben, dat over het algemeen oudere vogels zorgvuldiger in hunnen nestbouw zijn dan jongere derzelfde soort.

Een paar voorbeelden ter opheldering van het gezegde moge hier eene plaats vinden.

Ik heb, terwijl ik dit schrijf, voor mij liggen vijf nesten van het winterkoningje (Troglodytes europaeus), een door geheel Europa en noordelijk Azië tot in Japan verbreid vogeltje, dat zich niet door fraaiheid van gevederte, maar des te meer door zijnen kunstigen nestbouw onderscheidt.

De algemeene gedaante van zijn nestje (zie fig. 1 der plaat) is meer of min langwerpig rond, met eene naauwe opening, naar voren en beneden gekeerd, juist groot genoeg om het vogeltje door te laten. Het bouwt dit nestje op verschillende plaatsen, tusschen struiken, op knotwilgen, tegen daken, tegen den oever van rivieren en andere wateren; een der voor mij liggende werd gevonden onder eene brug te Leiden, met vijf jonge vogeltjes daarin.

De meest gewone stof, die het winterkoningje tot het bouwen van zijn nest bezigt, is groen mos. Daaraan geeft het boven elke andere de voorkeur, en dat het geene moeite ontziet om die bouwstof, waar het deze bekomen kan, zelfs van tamelijk verre afstanden te halen, getuigt juist het zoo even genoemde onder eene brug midden in eene groote stad gebouwde nestje, hetwelk schier uitsluitend uit zulk mos is zamengesteld. Daarentegen zijn onder de vier overigen twee, van welke alleen het binnenste uit zulk een zacht mosbekleedsel, vermengd

1861.
14