Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/311

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
283
DE NAAISTERS ONDER DE DIEREN.

natuur geschonken talent niet eens in toepassing, namelijk wanneer hij zijn nestje bouwt tusschen de sparrige takken der op Java menigvuldig tot omheiningen gebezigde Lanthana-soorten, alsdan daartoe alleen zulke zelfstandigheden gebruikende, waaruit anders het inwendige bestaat, zooals fijne grashalmen, vezelen van kokosnoot-schalen, en daar binnen een donzig bekleedsel van plantenwol en kokosdraden. En terwijl in andere gevallen de gedaante van het nest zich geheel wijzigt naar den vorm der daarvoor gebezigde bladen en de opening gewoonlijk bovenwaarts gekeerd is, heeft daarentegen zulk een vrij tusschen takjes gebouwd nest eene tamelijk regelmatig ronde of eironde gedaante en eene zijdelingsche opening. Zoo zien vrij in dit geval weder de duidelijke blijken van eene soort van overleg, waarvan eene verandering in de bouwwijze het gevolg is. Het is als of het vogeltje weet, dat zich takken niet laten zamennaaijen, en het zich daarom de vergeefsche moeite spaart, maar, eenmaal die plaats voor zijnen nestbouw gekozen hebbende, nu ook poogt aan zijn nest eene grootere veiligheid te verschaffen, door het van boven te overdekken en den ingang minder in het oog te doen vallen.

Vermoedelijk is het een vogeltje van hetzelfde geslacht (Orthotomus), waardoor de kunstige nestjes zijn zamengesteld, welke reeds voor vele jaren door onzen martinet[1] zijn beschreven, terwijl hij aan die beschrijving eene afbeelding toevoegde, welke naar zulk een nestje in den verschen toestand gemaakt was door den heer van braam houckgeest, die, tijdens zijn verblijf te Canton, er twee uit de boomen, staande achter zijn huis, genomen had. Een ander werd door genoemden heer ten geschenke gezonden aan het stadhouderlijk kabinet en is vermoedelijk, met de overige voorwerpen, die deze verzameling zamenstelden, naar Parijs overgevoerd, terwijl het niet blijkt, dat het later weder onder de vandaar door brugmans teruggebragte voorwerpen heeft behoord. Wel is waar bevindt zich thans een zoodanig nestje in 's Rijks Museum te Leiden, doch uit de bijgevoegde etiquette

    aan 's rijks Museum, het andere aan de verzameling van den zoölogischen tuin te Amsterdam. Hier en elders waar twijfel bestond, besliste het mikroskopisch onderzoek.

  1. Katechismus der Natuur, Dl. II, bl. 194,