Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/326

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
298
DE SPINNERS ONDER DE DIEREN.

makende soorten,—dan neemt zij het zakje met de eijeren mede en draagt het tegen hare borst aan, het met de kaken en voelers vasthoudende.

Dolomedes mirabilis

Dolomedes mirabilis.

Op eene dergelijke, hoewel eenigzins andere wijze, handelen de wijfjes der mede in onze tuinen levende wolf- of aardspin (Lycosa saccata), die men in de maand Mei over den grond kan zien loopen, met een klein, haar achterna slepend zakje van blaauwgroene kleur, dat door middel van eenige draden aan haar achterlijf is vastgehecht. Dit zakje bevat hare eijeren. Poogt eene andere spin of insekt deze te vermeesteren, dan verdedigt zij ze met woede. Hebben eindelijk de jongen de eijeren verlaten, dan klauteren deze op den rug der moeder en worden zoo een tijdlang nog door deze op hare togten medegevoerd.

Hoewel het nu uit deze voorbeelden blijkt, dat zelfs bij spinnen goede neigingen geenzins ontbreken, zoo is het toch niet te ontkennen, dat zij in andere opzigten toonen eenen bloeddorstigen, wreeden en verraderlijken aard te bezitten. Wel vermogen zij,—althans die, welke hier te lande leven,—niets tegen den mensch en de grootere dieren, maar des te meer moeten het de arme insekten ontgelden, die, argeloos vliegende, zich plotselijk verstrikt voelen in de fijne draden van een web of besprongen door eene spin, die van uit haar verborgen schuilhoek als een tijger op zijne prooi loert.

Maar al gevoelen wij sympathie voor de arme slagtoffers, toch mogen wij onze bewondering niet weigeren aan de kunst, welke in vele dier webben doorstraalt. Ik zeg in vele, want het is er verre af, dat alle soorten van spinnen even kunstige webben weven. Sommigen (b.v. de geslachten Pholcus, Theridium enz.) brengen het niet verder dan tot het vasthechten van eenige draden in verschillende rigtingen, zonder eenigen regel of orde. Andere daarentegen (zoo als de talrijke soorten van het geslacht Epeira, van Tetragnata enz.) bouwen die sierlijke, radvormige webben, welke wij allen kennen, en