Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/333

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
304
De SPINNERS ONDER DE DIEREN.

Spinklieren en darmkanaal van de wilgenhoutrups. A A A spinklieren;
B vereenigingspunt der uitlozingskanalen;
C slokdarm;
D D D darm.

nog uit twee kanaaltjes bestaat, die echter verderop zich tot een enkel vereenigen. Daardoor heen treedt nu de spinstof naar buiten; de rups hecht met het schuins toeloopend uiteinde van haar spinbuisje een weinig van hare spinstof vast, en dan is het enkel terugtrekken van den kop voldoende om een draad te vormen, op eene dergelijke wijze als een metaaldraad vervaardigd wordt, door het weeke metaal door eene opening in eene stalen plaat te trekken.


Kop der rups van ter zijde gezien; iets vergroot.

Uit het gezegde blijkt tevens, dat elke gesponnen draad eigenlijk uit de vereeniging van twee draden bestaat, en doorgaans kan men onder het mikroskoop deze zamenstelling nog herkennen.


Kop der rups van onderen gezien, sterker vergroot; a spinbuisje.

De doeleinden, waartoe de rupsen haar spintalent aanwenden, zijn velerlei. Elk weet, hoe langzaam hare bewegingen zijn, hoe gemakkelijk zij daardoor de prooi van hare vele en oneindig vluggere vijanden worden, met name van vogels. Niet zelden echter weet eene rups aan den aan te ontkomen door zich plotselijk van den tak, waarop zij zich ophield, te laten vallen. Doet zij dit echter, dan blijft zij steeds aan den tak hangen door eenen met groote snelheid onder het vallen gesponnen draad. Is het gevaar geweken, dan klimt zij weder naar boven, zich aan haar zijden