Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/58

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
36
WINDVORMINGEN.

noodzakelijkheid om meer dan een paar el zand weg te ruimen maakte dit werk echter, om de kostbaarheid, niet overal uitvoerbaar; regt jammer voorzeker, want deze turf is geene gewone, lange turf, zooals het niet overstoven veen opgeleverd heeft, maar door den druk van vele duizenden ponden zand, gedurende wie weet hoeveel jaren voortgezet, heeft het veen de eigenschappen van de door kunst zamengeperste turf verkregen. Het is eene eenvormige, vaste en bij het opdroogen zeer harde massa geworden, die meer op steenkool dan op turf gelijkt. Geen wonder! werkelijk betrappen wij hier de natuur in het vormen van echte steenkolen. Wanneer zich boven dit veen een gebergte ophoopte van eenige honderden ellen hoogte, dat gedurende eenige honderdduizenden jaren zijnen druk daarop uitoefende, dan zou er werkelijk gewone steenkool gevormd worden. Het eenige verschil bestaat in het niet aanwezig zijn van aardbedekkingen door overstuiving bij die veenen der voorwereld, welke wij thans onder den naam van steen- en bruinkolen kennen. Want alle steensoorten, welke deze bedekken, zijn uit rivier- of zeewater bezonken, in zoover er niet hier en daar lava-achtige opborrelingen, uit het binnenste der aarde, overheen gevloeid zijn.

Hoe oud zijn onze zandstuivingen? Ik heb eens gemeend, dat de gewone zandstuivingen genoegzaam allen van lateren tijd waren, en eerst ontstaan nadat onze heidevelden de bosschen begonnen te verliezen, waarmede zij, tijdens deze streken het eerst bevolkt wierden, waren bedekt, van welke bosschen wij de overblijfsels in onze hooge veenen als kienhout aantreffen. Die bosschen zijn verdwenen ten gevolge van het verschijnen van den mensch met zijn vee, waardoor overal met blinden ijver het bosch vernield en het weder opslaan van jong plantsoen belet wordt. Veel moge daarvan waar zijn, zoodat de meeste zandstuivingen niet ouder zijn dan een duizendtal jaren; maar zoo even zagen wij een bewijs, dat er reeds zandstuivingen bestonden, voordat onze voorvaderen het verbranden van lijken gestaakt hebben. Nog een ander bewijs is mij daarvan voorgekomen. De Drenthsche Hunebedden zijn wel denkelijk vóór-Romeinsch en minstens een paar duizend jaren geleden opgerigt. Zulk een hunebed nu hebben onze