't water min of meer brak is, te huis behooren; maar onder de duinen met dezelfde schalen van weekdieren, die thans op onze kusten leven, de onuitputtelijke bron dier duizenden karren schelp, waarmede aanhoudend onze kalkovens en onze wandelpaden voorzien worden. Op dit zeezand, in de diepe binnenzee, heeft zich zeeklei (z' ) nedergelegd, zooals die tegenwoordig nog in het IJ bezinkt; terwijl wij aan onze kusten klei vinden, als die der schorren in Zeeland, welke bezinkt op de bij ebbe droogloopende banken. De binnenzee is vervolgens van de zee afgesloten geraakt, is met zoetwaterplanten begroeid die zich tot veen (l) vervormd hebben, en op dat veen is een bosch opgegroeid, waarvan wij thans de boomstammen in groote hoeveelheid in deze veenen aantreffen. Door dit veenbosch heeft zich een Rijnarm, de tegenwoordige Kromme Rijn, eenen weg gebaand, en deze heeft daarop zijne slibbe (r) uitgebreid; te gelijker tijd echter waren ook de duinen (d) bezig te ontstaan, of liever ter dezer plaats, als zandstuivingen, bezig met landwaarts in te stuiven, en daardoor werden alle gronden, die tot dusverre gevormd waren, overdekt.
Het kampen van de rivier met het zand, dat haar eindelijk den mond stopte, is hier duidelijk te herkennen, doordien er zoowel rivierklei onder als ook op het duinzand voorkomt. In het duin zelf vindt men eindelijk zeer dikwijls overstoven veentjes, welke zich in duinpannen gevormd hebben. Men behoort deze wel te onderscheiden van de gewone algemeen onder het duin voorkomende lage venen, die zeer dikwijls nog te zamen hangen met de aan den binnenvoet der duinen liggende venen.
Eene dergelijke ligging hebben ook de gronden in het Westland, waar de Maas verrigt heeft wat bij Leyden de Rijn heeft gedaan.
De zeeduinen worden dus, naar hun eerste ontstaan gewone zandstuivingen, maar een groot onderscheid tusschen beide gronden bestaat er in hunne zamenstelling. De gewone zandstuivingen bestaan uit zuiver zand, de zeeduinen daarentegen bevatten kalk, die van vergruisde schelpen afkomstig is en meestal zal. hun een weinig keukenzout niet ontbreken. Zooveel ijzer als het zand der zandstuivingen of der heidevelden, waarop deze ontstaan zijn, bevat, buitendien, het duinzand niet; en vandaar dat men hier, bij ontginning, veel minder