Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/190

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
170
VICTORIA REGIA.

Het lijdt geen twijfel, dat de naam, door schomburgk en lindley aan deze laatste gegeven, er ontzaggelijk veel toe bijdroeg om de aan hunne vorstin zoo zeer gehechte en voor het overige zoo ondernemende Engelschen aan te sporen om, het koste wat het wilde, de voedster ling der tropen naar Brittannië over te brengen en harer Britsche majesteit in staat te stellen met hare naamgenoote kennis te maken. Een minder beteekenisvolle titel had zeker minder krachtig gewerkt; althans staat het vast, dat de populariteit, welke der Victoria ten deel viel, niet in die mate aan eene Euryale amazonica b.v. ware geschonken geworden.

De namen, waarmede de Victoria regia (of wel de V. Cruziana) door de inboorlingen van Zuid-Amerika wordt aangeduid, zijn vele. Zoo noemen haar de Spanjaarden Maïs del Agua (Water-Maïs), en dat wel naar aanleiding harer zaadkorrels, die in grootte ongeveer met maïskorrels overeenkomen en, geroost, gegeten worden; de Indianen der provincie Corrientes Yrupe, hetgeen zooveel beteekent als waterschotel, van Y (water) en Rupe (schotel of deksel); de Moimas (inboorlingen van Santa Anna) Moringua; de Caybabas, welke de stad Exaltation bewonen. Dachocho; de bewoners van Ega Mururu; de Japuy-Indianen Oape, in het Portugeesch Turno, een naam, zinspelende op de gelijkenis tusschen de bladen der Victoria en de ketels, waarin de Mandiocca wordt toebereid.

 

 

Het zij ons na deze geschiedkundige inleiding vergund, onze lezers met de Victoria-plant zelve in kennis te brengen en hun een beknopt, doch getrouw beeld te ontwerpen van de trapswijze veranderingen, welke zij al groeiende, d.i. van het oogenblik der kieming tot aan de vruchtzetting, ondergaat. Het vele belangrijke, daarbij opgemerkt, strekt ons ten waarborg, dat de inhoud ook der nu volgende bladzij den onze lezers niet geheel onvoldaan zal laten. De zaadkorrels, welke den eersten aanleg der reusachtige water plant in zich verbergen, zijn niet grooter dan eene erwt, ovaal en kort na de inzameling vuilgroen van kleur. Spoedig echter nemen zij in het water, waarin zij bewaard of opgevangen worden, eene