Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/287

Uit Wikisource
Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina
265
STUDIËN OVER DEN OLIFANT.

Sumatraansche (of Ceylonésche), die van den op het vasteland van Indië levenden olifant moet worden onderscheiden. Of het bij deze drie soorten zal blijven, is niet zeker; althans screen heeft onlangs het vermoeden uitgesproken, dat, even als voor den Indischen, ook later voor den Afrikaanschen mogelijk blijken zal, dat daarvan twee of meer soorten voorkomen. Aanleiding tot deze veronderstelling vond hij niet alleen in eenig verschil in den vorm van den schedel, maar: ook in de zoo zeer uiteenloopende geographische verspreiding der olifanten van Afrika.

Behalven in de vindplaats echter, worden, ter onderlinge karakteri- sering der reeds bekende soorten, de voornaamste onderscheidings- kenmerken gevonden in: de figuren van de bovenvlakte der platen of lamellen, waaruit de kiezen bestaan; het getal der valsche ribben, der

Op deze plek in de tekst zou een afbeelding moeten verschijnen.

Kiezen van de twee hoofd-soorten.

rugge- en staart-wervels; de meerdere of mindere bolheid van het voorhoofd; den grooteren of kleineren omvang van het oor ; de zwakkere of sterkere ontwikkeling der slagtanden [1]. Ter loops is vroeger nog

  1. Op deze plek in de tekst zou een afbeelding moeten verschijnen.