Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/43

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
23
KLEUREN

En ook hier ziet men donkere strepen. Hebben die in het eigenlijke lichtbeeld dus reeds zooveel geleerd of althans met grond doen vermoeden, wat zullen deze ons nog berigten, als zij eens met evenveel zorg worden waargenomen en met die van kunstlicht worden vergeleken? De tijd zal deze vraag beantwoorden, even als zoovele andere, die daarmede in verband staan. 't Is nog, naar den geest bijna evenzeer als naar het ligchaam gesproken, een donker veld om te bearbeiden. Maar zelfs in den laatsten zin kan er uit die duisternis licht voortkomen. Dit juist is het, waarop boven werd gedoeld, toen er van eene verandering sprake was, die de stralen zouden kunnen ondergaan, als zij door sommige ligchamen worden doorgelaten of teruggekaatst. Een aantal stoffen toch bezitten de eigenschap om, wanneer zij door de ultraviolette stralen worden getroffen, deze veranderd en daardoor zigtbaar gemaakt weer te geven.

Zoo b.v. doet dat ligtgroene glas met melkachtige randschemering, waarvan men flacons en bobèches voor kandelaars en bekers maakt, dat meestal onder den naam van Uraanglas bekend is, omdat het door uraanoxijd gekleurd is. Zoo doet ook eene oplossing van het bekende zout, zwavelzure chinine, in water met eenige droppels zwavelzuur. Houdt men zulk een stuk uraanglas of een glazen bakje met bovenge noemde oplossing gevuld in de ultraviolette stralen, dan, terwijl alles rondom donker blijft, beginnen zij, men zou zeggen licht te geven, hoewel zij 't in werkelijkheid toch slechts ontleenen. Zij lichten dan met een zachten, door de omstandigheden, waaronder hij wordt voortgebragt, bijna tooverachtigen glans. Wil men dien zien, zonder dat men daartoe een kleurenbeeld voortbrengt, dan heeft men deze stoffen slechts in de nabijheid te brengen van eene lichtbron, die weinig gewoon licht, maar daarentegen veel ultraviolette stralen ontwikkelt. Zulk eene levert zwavel, als zij in gewone lucht, nog veel sterker, als zij in zuurstof verbrandt, en het elektrische licht in luchtverdunde ruimte is ook zeer rijk aan deze stralen.

Door dit alles, en wat er mede in verband staat verder te ontwikkelen, zouden evenwel de kleuren geheel op den achtergrond geraken. Dit blijve dus tot een volgend opstel bewaard.