Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/453

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
47
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD

damp, zeer wel kan voortgebragt zijn door den nederslag van vocht op zijne platen van steenzout, welke nederslag juist door de toelating der vochtige lucht ontstond. Het is toch reeds uit de proeven van melloni bekend, dat een uiterst dunne laag van eene waterige oplossing een zeer sterk warmte opslorpend vermogen bezit.

Tyndall daarentegen beweert, dat dit geenszins het geval kan zijn; uit den aard zijner wijze van werken is reeds het ontstaan van zulk een nederslag zeer onwaarschijnlijk, en hij heeft ook zijne klipzoutplaten nooit vochtig gezien. Maar in de experimenteer-methode van zijnen tegenstrever ziet hij twee bronnen van groote dwaling. De uitstralende oppervlakte wordt door de lucht, die er mede in aanraking komt, aanmerkelijk afgekoeld en straalt dus minder warmte uit, zoodra deze in de klok wordt toegelaten, zonder dat daarin de meerdere of mindere droogte dier lucht een merkelijk verschil kan te weeg brengen, en de lucht of het gas, dat in de ruimte stroomt, wordt, bij dat instroomen zelf of eigenlijk op het oogenblik dat dit ophoudt, zamengedrukt en dus verhit, waardoor dan ook eenige warmte aan de daarmede in aanraking zijnde zijde van den bundel wordt medegedeeld. Tyndall heeft bovendien zijne voornaamste proefnemingen met een aan beide zijden open buis herhaald en daarbij volkomen met de vroegere overeenstemmende uitkomsten verkregen. Voorshands is er dus alle reden om aan deze uitkomsten vertrouwen te schenken[1].

 

Bewegingen van stukjes kamfer op water. — In de zitting der Royal Society te Londen van 6 Februari l.l., heeft tomlinson een aantal proefnemingen beschreven over de als verschijnsel zeer bekende, maar nog naar 't schijnt niet volkomen verklaarde bewegingen van kleine stukjes kamfer, die men strooit op de oppervlakte van eenig water in eene kom of schaal. Het volgende daarvan schijnt ons eene korte vermelding te verdienen.

Om deze bewegingen krachtig en duidelijk te doen zijn, moet de oppervlakte des waters volkomen zuiver en helder wezen.

De vlugtigheid der kamfer is er de oorzaak van. Stukjes mica, bladtin of papier, zoo noodig eenigzins hol gedrukt of gebogen, zoodat zij op het water drijven, vertoonen dezelfde bewegingen als zij besmeerd zijn met of eenige

  1. T. kan, naar het schijnt, in Engeland moeijelijk stukken klipzout van genoegzame grootte en dikte verkrijgen. Hij verklaart aan het slot van het opstel, waarvan ik hier een uittreksel mededeelde, dat eenige helder doorschijnende stukken van deze zelfstandigheid, een of twee platen b.v. van 7 à 8 Ned, duimen middellijn en 2 à 3 duim dik, hem uiterst welkom zouden zijn. Zouden zulke stukken in Nederland ook voorhanden of te verkrijgen zijn?