Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/498

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
92
ALBUM DER NATUUR.

dienen, daar het de eigenlijke zitplaats der urine-secretie zoude zijn. Tegen den tijd der verpopping en gedurende den poptoestand zelven hoopt zich in de cellen die het zamenstellen acidum uricum op. Bij het volkomen insekt gaat de afscheiding nog voort, maar het product wordt gestadig afgevoerd. De zoogenaamde Malpigische vaten zouden de rol van afvoerende buizen vervullen, maar tevens als galvormende organen te beschouwen zijn, zooals men vroeger meende. Nog voegt fabre er bij, dat bij de larven van vlinders en ook bij eenige volkomen insekten uit de orde der Orthoptera een gedeelte van het acidum uricum uit het zoogenaamde vetweefsel in de huid geraakt en zoo medewerkt tot voortbrenging der gele of roode vlekken, die zich aan de oppervlakte vertoonen (Compt. rendus, LV p. 280).

 

Werking van fijn gestooten ijs op het koken van water in glazen vaten. — De bekende proefneming, waarbij men om het koken heftiger te maken, ijzervijlsel werpt in water, dat in een glazen vat langzaam kookt, kan, zegt prof. chadbourne te Boston in sillimans American Journal of Science, op eene andere, zeer leerrijke wijze worden gedaan, als men namelijk in plaats van ijzervijlsel fijngestooten ijs in dit water werpt. Dit ijs moet in een verkoelend mengsel volkomen droog gehouden worden. Een lepelvol daarvan, geworpen in een bijna geheel met zacht kokend water gevuld digereerglas, doet dit koken plotseling in een heftig opbruischen overgaan, zoodat een deel van het water uit het glas wordt geworpen. De ijsdeeltjes werken dus, eer zij tijd hebben om te smelten, als metaal of zandkorrels en stellen den damp in vrijheid (Poggendorff's Annal. CXVI, bl. 644).

 

Mikroskopisch schrift. — De bekende mikrographien van froment te Parijs worden thans nog verre overtroffen door die, welke webb op de groote tentoonstelling te Londen vertoont met den toestel, die dient om ze voort te brengen. Die toestel is eene soort van hoogst naauwkeurig vervaardigde pantograaph, die de karakters of de teekening waar langs men de eene stift leidt met de andere door een diamant, zeer verkleind, in glas graveert. 4137 letters zijn daardoor geschreven geworden op een vlak van nog geen duizendste van een vierkante Engelsche duim of omstreeks zes tiende deelen van een vierkante millimeter oppervlakte!

Met denzelfden toestel kunnen streepgroepen als die in de Nobertsche proefplaatjes verkregen worden ten getale van 4000 in één millimeter.

 

Nog eens Salomon de Caus. — In de mededeeling aangaande de begrafenisakte