Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/64

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
44
HET ZILVER.

De voor de amalgamatie geschikte ertsen, welke een gehalte van 2 tot 50 lood zilver in het centenaar hebben, worden zoodanig vermengd, dat ze een gemiddeld gehalte bezitten van 6 tot 7 lood.

Tot het vormen van zwavelzilver en ijzer-oxyde, welke ligchamen onontbeerlijk zijn voor de scheikundige omzettingen bij de amalgamatie, is het noodig, dat er in de te behandelen massa eene toereikende hoeveelheid pyriten (zwavelijzer-kristallen) voorhanden zij. Indien dus de ertsen daarvan niet genoeg bevatten, mengt men er een gedeelte zwavelijzer onder.

Hierop wordt de erts, na tot poeder gebragt te zijn, in een reverbereer-oven geroost, bij langzamerhand vermeerderde hitte en onder bijvoeging van nagenoeg 10 percent keukenzout. Het hoofddoel van het roosten met keukenzout is de omzetting van al de zilververbindingen in chloorzilver.

Het mengsel begint nu te droogen en wordt op de zool van den oven gelijkmatig verspreid; na verloop van eenigen tijd verhoogt men de temperatuur tot de gloeihitte, waarop ze gedurende 4 uren gehouden wordt. In het begin ontwijkt er water, arsenicum en antimonium, vervolgens zwaveligzuur en nog later zoutzuur en dampen van chloorijzer.

De voornaamste scheikundige omzettingen, welke door het roosten bewerkt worden, zijn de navolgende: — het zwavelkoper en het zwavelijzer veranderen, door de zuurstof van de lucht, in zwavelzuur koperoxijde en zwavelzuur ijzeroxyde; deze stoffen hebben slechts een kortstondig bestaan, want het zwavelzilver ontneemt haar weder een gedeelte van hare zuurstof en wordt daardoor tot zwavelzuur zilveroxyde, terwijl het zwavelzuur koper- en ijzer-oxyde tot oxydule-zouten worden terug gebragt. Het gevormde zwavelzuur-zilver blijft evenmin bestaan, het zilver vereenigt zich met een gedeelte van de chloor van het keukenzout tot chloorzilver, en het zwavelzuur met het geoxydeerde sodium tot zwavelzure soda.

Na de roosting worden de grovere deelen door uitziften gescheiden en, onder bijvoeging van nog eenig keukenzout, nogmaals geroost en vervolgens tot een fijn poeder gemalen en, met het overige, in de amalgamatie-tonnen gebragt.