Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/91

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
71
HET ZILVER.

In geval men het essaai doet op een stuk zilver, bij voorbeeld een muntstuk, waarvan het gehalte ten naastenbij bekend is, kan men deze methode vereenvoudigen en tot eene groote naauwkeurigheid brengen.

Men maakt dan gebruik van twee getitreerde zoutoplossingen, de eerste normale zoutoplossing genaamd, waarvan 110 kan juist een wigtje zilver nederslaat, en eene andere, de decime zoutoplossing, welk 10 maal meer verdund is, en waarvan men dus eene kan noodig heeft om een wigtje zilver te praecipiteren. Somtijds moet men nog van eene derde oplossing gebruik maken, decime zilveroplossing genaamd, waarvan de kan een wigtje zilver in oplossing heeft. Deze gebruikt men om te zien of, en zoo ja, hoeveel keukenzout er in de salpeterzure oplossing is gebleven, nadat al het zilver geprecipiteerd was, en dus in het geval dat men vermoedt, dat er minder dan een wigtje zilver in oplossing was.

Laat ons, om de denkbeelden te bepalen, veronderstellen, dat het gehalte van een alliage voor de munt moet bepaald worden. Zoo als wij gezien hebben, moeten de munten om goedgekeurd te worden minstens een gehalte van 943,51000 hebben; laat ons nu vermoeden dat het te onderzoeken alliage slechts 942,51000 bevat.

Als dit waar was, zou 1000942,5 of 1,061 van het alliage 1 zilver bevatten. Men weegt nu naauwkeurig 1,061 wigtje alliage af, en doet het in een fleschje met ingeslepen stop, vervolgens lost men het in d of 6 wigtjes salpeterzuur op en giet 110 kan van de normale zoutoplossing in de flesch. Indien nu de alliage werkelijk het gehalte 5 heeft, dan is het klaar, dat al het zilver nedergeslagen is en dat er geen keukenzout meer in de oplossing zal zijn, naardien al het chloor zich met het zilver verbonden heeft. Is het gehalte hooger, dan zal er nog zilver, en is het lager, dan zal er nog keukenzout in de oplossing zijn.

Om zich hiervan te overtuigen, sluit men de flesch digt en, na door schudden het vocht helder te hebben gemaakt, voegt men er een duim van de decime-zoutoplossing bij. Is er nu nog zilver in oplossing, dan zal er nog een nederslag ontstaan of, indien er weinig zilver in is, zal men eene duidelijke witte troebeling waarnemen; is dit