Pagina:Apologie van Pr Willem I van 1580.pdf/73

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
):[ 71 ]:(

toebehoorde by successie van mijn Heere de Grave Jan van Nassau onsen ouden grootvader, ende vrouwe Margriet Gravinne van Guylick ende van der Marck: dies niettemin de Keyser hebbende de victorie vercreghen appoincteerde met den voorschreven Hertoge nae zijn goetduncken: soo haeste vergheten hebbende dat de voorschreven victorie door den arbeyt ende dapperheyt van onsen voorschreven Heer neve hem was verworven. [1]Belanghende de eere die ons soude aenghedaen zijn, wy en willen gheensins ontkennen, soo wy oock hier te vooren geerne bekent hebben dat ons de Keyser grootelicks geeert heeft, ons hebbende aenghenomen ende opghetrocken in zijn camer den tijdt van negen jaren, ende naderhant in onse eerste krijchstochten ons terstont groot bevel ghevende, insonderheyt doe hy ons stelde

  1. Zyn hoogste loon was het Stadhouderschap generael over den Fustendom van Gelre ende Zutphen, waar van in een ander werk, uit de noch voor handen zynde articulen, waar op, niet kleine veranderingen, het Tractaet van voor Venlo gesloten wierdt, door my breedvoerig zal gehandeld worden, ook met opgave van zyne Commissie als Stadhouder, en van den door hem gedanen eed, enz. Het is nodig, dat dit deel der Geldersche geschiedenisse en regeering, zo seer, als schier alle andere vakken daar van, in een helderer licht gesteld worde. De kundige WAGENARE kan niet eens volkomen toestaan, dat Philips van Montmorencij Grave van Hoorn in Gelderland Stadhouder was. .... AREND VAN SLICHTENHORST wist den naam van CAREL VAN BRIMEU niet te spellen...