Pagina:Apologie van Pr Willem I van 1580.pdf/97

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
):[ 95 ]:(

mighe hondert jaren lanck de voorneemste Baroenijen ende heerlickheden van Brabandt. Vlaenderen. Hollandt ende Luxemborch beseten hebben. Insghelijcks hopen wy oock dat mijne Heeren de Staten soo wel begonnen hebben, hem te bewijsen, hoe grootelicks dat hy teghen zijn schult ende plicht hem misgrepen heeft: jae dat hem de voorschreven Staten noch so wel zijn lesse sullen leeren, dat de arme Sicilianen. Calabroisen. Milanoisen, metgaders die van Arragonien ende Castilien sullen aen ons een exempel nemen, dat men desen tyran niet langher en behoort op aerden te lijden. Selfs de arme inwoonders van Granaten sullen wesen, hoese met soodanich eenen tyran behooren te handelen, die ten tijde van de oorloghe teghen de Mooren, ontrent hondert rijcke Cooplieden van Granaten, ende alle ghelijck Christenen, van den welcke de slechtste mochte wel vijftich duysent Ducaten weerdt aen goeden hebben, liet vanghen ende spannen, daer naer door eenen oploope van volcke dede vermoorden, om zijn coffers met alle t'goet van dese arme luyden te vollen. Alle dese dan sullen met Gods hulpe by dit exempel gheleert werden, hoe dat men met den selven behoort om gen, die haren eedt vervalschen, dien sy so