Pagina:Arbeiders.djvu/141

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
139

het kleinood stel, dat hij aan mijne hoede vertrouwt."

Hier kreeg madam Gluncke eene heftige hoestbui, wat hoogst ongepast was. De spreker wierp haar snel eenen blik toe, en vervolgde: "Daarom dames en heeren willen wij een glas ledigen op de gezondheid van den vader mijner vrouw, ofschoon hij afwezig is; wij willen hem toewenschen, dat God hem met Zijne vertroostingen nabij zij en hem niet al te zwaar het gemis zijner lieve dochter doe gevoelen. Christine, je vaders gezondheid!"

Toen de bruidegom weer ging zitten, fluisterde hij haastig madam Gluncke eenige woorden in 't oor.

"Ik kon het waarachtig niet helpen," lispelde zij terug, "je waart onbetaalbaar!"

Daarna verlangde de schoorsteenveger Lunde het woord. Hij was een lang, mager man met grijs haar en spitsen neus. Met zijn beroep hield hij zich, wat zijn eigen persoon betrof, niet veel meer bezig: hij gebruikte daar "zijn volk" voor; in de voornaamste deelen der stad bekleedde hij alleen nog officieel zijnen post als schoorsteenveger. Hij had geld en zijne dochter was met eenen telegrafist getrouwd.

"Als de oudste in dezen kring," zoo begon hij, is het mij zeker wel veroorloofd het gezelschap voor te slaan op de gezondheid van het bruidspaar te drinken. Wij weten allen, dat wij in onze jeugd geleerd hebben, dat de Heer heeft gezegd: het is niet goed dat de mensch alleen zij!"

De stilte, die nu aan tafel heerschte, was bijna benauwend. De dienstmeisjes, die juist de borden wilden verwisselen voor het rundvleesch, moesten staan wachten, terwijl de spreker de geschiedenis van het huwelijk aan zijne hoorders verklaarde. Hij ging van Adam en Eva, tot Abraham en Sara, en eindelijk tot Izaäk en Rebekka; behendig sprong hij Jakob met zijne twee vrouwen over, evenmin sprak hij over David en Salomo; geleide-