Pagina:Architectura vol 005 no 017.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
90
24 April 1897.
ARCHITECTURA.


heel duidelijk de medewerking van leerlingen toonen, zijn de aanbidding der Drie Koningen en de kroning van maria de beste.
 In de gangen, waar de gekruiste met den h. dominicus, eene tronende Madonna en eene M. Boodschap zijn voorgesteld, is de laatste weder van bijzondere schoonheid. In eenige cellen vindt men ook de voorstellingen der retable uit de Sakristie van S. Maria Novella verdeeld, met bijbehoorende kleine schilderingen, als: de Madonna della Stella, de aanbidding der Koningen en de kroning van maria.
 Dat fiesole ook voor meer publieke godsdienstige vereering schilderde, zien wij uit de fresco’s aan den Kruisgang gelijkvloers. Het zijn 5 spitsbogen met halve figuren (waaronder christus met 2 ordensheiligen en de discipelen van emmaus, als zinnebeeldige versiering van de herberg voor pelgrims, bijzonder uitmunten); verder christus aan het Kruis met den h. dominicus, levensgroot; verder het beroemde Fresco van de aangrenzende Kapittelzaal: de gekruiste met de twee moordenaars, de personen, die er bij behooren en de h. cosmas, damiamus, laurentius, marcus, johannes d. t., dominicus, ambrosius, augustinus, hieronymus, franciscus, benedictus, bernardus, bernardino van sienna, romualdus, petrus martelaar en thomas v. aquine. Het stelt voor een smartelijk weeklagen van de geheele kerk, die hier in haar groote leeraren en ordenst[i]chters verzameld is. Zoo lang de schilderkunst bestaat, zal men deze figuren wegens hare buitengewone intensiteit van uitdrukking bewonderen; kontrasten van overgeving, van smart, van vertwijfeling, van rustig innerlijk overwegen (in den h. benedictus, die de schaar der overige ordenstichters als een Vader overziet) zullen wel nergens zooals hier in een geheel samenwerken.
 Omstreeks 1445 werd angelico door Paus eugenius iv, naar rome geroepen, waar hij vooreerst de later afgebroken Cap. del Sagramento in ’t Vaticaan schildert. Kort na den dood van eugenius 1447[1] gaf hij gehoor aan een uitnoodiging om te orvieto de Madonnakapel van den Dom te beschilderen. In den korten tijd van zijn verblijf aldaar schilderde hij slechts de figuren der Profeten en Aartsvaders aan het zuidelijke gewelf, die later naar zijne teekeningen, door signorelli, werden afgewerkt. Zoowel als hier, toont de meer dan 60-jarige kunstenaar ook in de kapel van nikolaas v in ’t Vaticaan, die hij ongeveer van af 1450 tot aan zijn dood (1455) afmaakte, de volle, frissche, scheppende kracht en meesterlijke ervarenheid. De vier Evangelisten aan het gewelf en een of andere van de kerkvaders, zooals b.v. de h. bonaventura, zijn gelijk in schoonheid aan de hemelsche figuren in orvieto. Maar niet alleen wat aan zijne kunst eigen was, werd door hem met altijd nieuwe kracht ontwikkeld, maar hij trachtte ook gelijken tred te houden met de vorderingen van zijne tijdgenooten, voor zooverre die met zijne kunst gepaard konden gaan. De geschiedenis van h.h. stephanus en laurentius in deze kapel bewijzen, dat de man, hoewel op leeftijd, nog met inspanning trachtte in te halen, wat intusschen door masaccio en anderen gewonnen was, waar het met zijne richting overeenstemde. De lieflijke wijze van vertellen van deze fresco’s verzet u in het werkelijke leven en is, meer dan bij eenig vroeger werk van den meester, geheel met de waarheid der kleuren verbonden. Heftige bewegingen, ja groote passen (schreden) schijnen hem nog altijd te mishagen (mislukken); dit wordt volkomen vergoed door b.v. eene jonge vrouw, die, met ongestoorde aandacht, naar de preek van den h. stephanus luistert en haar onrustig kind slechts bij de hand vat om het stil te houden. Wanneer men dit werk, stuk voor stuk, nagaat, zal men een schat van schoone, geestige voorstellingen van deze soort aantreffen. Bovendien is het onwaardeerbaar als een zuiver bewaard geheel uit den eersten bloeitijd.


ver­volg van bladz. 69. ON­DER­HOU­DIN­GEN OVER DE BOUW­KUNST, DOOR VIOL­LET-LE-DUC.

Teekening 16 stelt twee der vlakken van die zuilengang voor. Nu zien wij dat toen de Grieksche architecten (want niemand zal wel veronderstellen dat omar architecten met zich medevoerde) de kolommen gebruikten, die aan de gebouwen onder het keizerrijk opgericht, ontrukt waren, op hare kapiteelen gewelven plaatsen van eenen nieuwen, gezochten vorm die van een fijn gevoel voor proportiën getuigt. Al de reizigers die de moskee van amrou bezocht hebben bekennen, dat die vakken een grootschen indruk maken en dat zij nergens een sierlijker zuilengang van meer volmaakte proportiën gezien hebben. Ziehier het lijnenstelsel van deze bogen: AB is de waterpaslijn der middelpunten. ABC de Egyptische driehoek; de boog is geteekend volgens de methode voor teekening 15 uitgelegd. Daar punt C als toppunt van den gelijkzijdigen driehoek DEC genomen is geeft zijn basis het bovenste gedeelte van het dekstuk der kapiteelen aan. De Egyptische driehoek geeft de centra van

den boog en zijn diameter in verhouding tot zijne hoogte aan. De algemeene proportiën van de bogen boven de kapiteelen worden door den gelijkzijdigen driehoek vastgesteld. Indien het begin der bogen tot aan punt F loodrecht had doorgeloopen zou men een weeke lijn verkregen hebben; om dit te vermijden heeft de architect de teekening van den boog afwaarts voortgezet van A tot G. Het breken der lijn van de langwerpige teerling die zich boven de kapiteelen bevindt geeft in de uitvoering eene bijzondere hechtheid aan den bouw. Het Grieksche genie, zoo dikwijls verdrukt en vernederd, was nog krachtig genoeg om voor nieuwe overwinnaars werkende met de ruïnes van gebouwen die zij zelf voor vroegere meesters opgericht hadden, te trachten de kunst die zij beoefenden tot volmaaktheid te brengen.
 De nestorianen in de Vde eeuw uit byzantium verjaagd, trokken voor het grootste gedeelte naar perzië. Daar wijdden zij hunne krachten aan de kunst die kwijnende was en zonder de traditiën der Romeinsche bouwwijze uit het oog te verliezen, stichtten zij uit de oude gegevens gebouwen in eenen nieuwen stijl.
 Die bijzonder sierlijke gebouwen getuigen van eene zeer gevorderde studie der proportiën. Toen mahomed de verovering

  1. Door s. beissel s. j. is in ’t vorige jaar bij herder te freiburg eene studie over fra angelico uitgegeven waarin ongeveer alles verzameld is wat deze eeuw over den beroemden monnik heeft aan ’t licht gebracht. Voordat de Fransche vertaling van dit werk zal verschijnen, bevat de „Revue de l’Art Chrétien” te beginnen met januari 1897 (1 afl. van Band VIII) den afdruk van de belangrijkste gedeelten van dit geschrift.