Naar inhoud springen

Pagina:Architectura vol 005 no 027.djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
130
3 Juli 1897.
ARCHITECTURA.


richting der lintvoegen kan worden vastgesteld; men gaat hierbij uit van den grootsten boog met inachtneming van de maat der voorhanden steen. Nu zal echter bij B de lijn XY alhoewel in horizontale projectie korter dan de beide begrenzende booglijnen in werkelijkheid langer zijn, door de noodzakelijke porring van de welfschelp. Het gevolg is dat eene laag welfsteenen ongeveer den vorm zal vertoonen van Z. Het blijkt dat hier de uitslag der steenen moeielijk en de constructie ingewikkeld wordt. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen zijn de engelschen begonnen in plaats van in gelijk aantal deelen de bogen in een aantal gelijke deelen te verdeelen. Zie C. Hierdoor wordt de con­structie reeds veel eenvoudiger. Er zijn echter nog bezwaren, namelijk zullen de lagen om der wille van de porring der schelpen in ’t midden ook hier dikker moeten zijn dan op de bogen, en ten tweede is de vischgraatvormige ineenmetseling op de nok der schelpen minder eenvoudig. Het is duidelijk dat deze bezwaren worden overwonnen bij een gewelf van den vorm zooals D voorstelt. 1o. een nokgraad; 2o. zooveel tusschengraden dat de schelpen zonder porring kunnen gemetseld worden waardoor de lagen overal even dik blijven.

Hierbij valt het echter in het oog dat in dit geval de aanzetten der graden moeielijkheden gaan opleveren. Door de verschillende spanningen der tusschengraden komt men hier voor zeer ingewikkelde aanzetstukken; ook hieraan is op zeer ingenieuse wijze tegemoet gekomen; zooals trouwens uit de teekening reeds blijkt, zijn alle graden voor een zeker gedeelte van af dezen aanzet op ’t kapiteel met eenzelfden straal getrokken. Hierdoor wordt het betrekkelijk gemakkelijk de aanzetsteenen voor het werk gereed te maken. In tegenstelling met deze laatste methode zijn de Fransche gewelfribben altijd uit één segment.
Het stergewelf is in frankrijk nooit inheemsch geworden, er zijn daar maar betrekkelijk weinig voorbeelden van te vinden.
Een eeuw later dan het eerste stuk van de N. D. de pa­ris bouwde men te narbonne een kathedraal waarbij zeer curieuse gewelfconstructies werden toegepast. De ribben van de omganggewelven vertoonen in horizontale projectie een gebogen lijn (ook te zien in bourges). De gewelfribben en gordelbogen loopen zonder kapiteel tegen de ronde schacht van de kolommen; doch zijn hier nog weifelingen en gebre­ken aan te wijzen, in de S t. Ouen te rouaan worden deze opgelost en verbeterd, de pijler vertoont in plan daar juist de doorsnede der bogen, dus geen kapiteel hoegenaamd meer.
In 1576 is de beschaving reeds zoover gevorderd dat het Gothische gewelf wordt versmaad door niemand minder zelfs dan door philibert de l’ orme[1]
Vinden wij op Vaderlandschen bodem 14e en 15e eeuwsche gewelven bijna in elke plaats, gewelven uit de vroeg-Gothische periode zijn betrekkelijk zeldzaam. Als zoodanig komen in aanmerking:
Portaal S t. Servaas, maastricht[2]
Predikheerenkerk,
Kerk te meersen bij
Van de laat-Gothische stergewelven is de S t. Eusebius te arnhem zeker het meest volledig type, men vindt daar netgewelven van de meest bizarre compositie.
Verder in het schip en koor te hattum en het Portaal der kerk te edam.
In het groot auditorium te utrecht en op verschil­lende plaatsen in kleiner afmetingen worden ten onzent ster- en netgewelven gevonden, en terwijl in het sousterrein van ’t kasteel te gemert zoodanige welven zonder rib­ben te zien zijn, werden de merkwaardige stergewelven van de S t. Bavo te haarlem in hout uitgevoerd.
Daar is een tijd geweest dat ook in ons land de gewelfbouw niet uitsluitend beperkt was tot Bouwwerken van kerkelijken aard. Zelfs heeft ze in de burgerlijke Bouwkunst eene belangrijke plaats ingenomen en tot zeer interessante combinaties aanleiding gegeven. Wij kunnen dan ook niet nalaten den wensch te uiten dat dit zeer interessante ele­ment van ons constructiestelsel spoedig wederom overal de ruime plaats moge innemen, waarop het krachtens zijne innerlijke waarde in zulke hooge mate aanspraak heeft.

haarlem, april ’97. jan stuijt.
CORRECTIE ARTIKEL HAARLEM.
Blz. 122 1e kolom. Het motto: So leerd enz. moet bovenaan staan, daar dit betrekking heeft op ’t geheele artikel.
2e kolom onderaan. Blokhuis m. z. Klokhuis.
Idem noot. Dienen m. z. diene.

lieven de rey m. z. lieven de key.

Blz. 124 1e kolom middenin, oosterveen m. z. overveen.
2e kolom 3e alinea. ... Middenschip is 15.50 d.w.z. 2 M enz.
Idem 6e alinea. Spreukborden m. z. spreukbanden.
Tusschen 6e en 7e alinea in te lezen: Wat de meubelen aangaat vermelden wij:
8e alinea. Misericords m. z. misericordes.
13e alinea. Renaissance m. z. tusschen haakjes, dan verder met een hoofdletter.
Blz. 125 1e kolom 5e alinea. Gevelsvlakte m. z. gevelvlakte.
Idem voorlaatste alinea. lieven de rey m. z. l. de key.
Blz. 125 2e kolom 3e alinea. Der contemplatie m. z. ter contemplatie.
BERICHTEN.

— Bij den uitgever p. noordhoff te groningen is verschenen en onder toezicht van mr. k. meyer wiersma, advocaat en proc., uitgegeven: de Hinderwet, Veiligheidswet, Stoomwet, Arbeidswet en Wet t. o. v. Kamers van Arbeid met de daarbij behoorende Koninklijke besluiten, met opneming van de oorspronkelijke Redactie der gewijzigde artikelen.

— Het bestuur der Maatschappij „Arti et Amicitia” is thans samen­gesteld als volgt:
bart van hove voorzitter, h. w. jansen 2e voorz., john t. hulk secre­taris, c. g. ’t hoofd jr. penningmeester, e. s. witkamp jr. 2e sec.

— De laatste aflevering der „Revue de l’art chrétien” bevat stukken over 1o. „Het kasteel van Karlstein en de schilderingen die het versieren,” van j. hilbig. 2e „de Cathedraal van amiens” van emile lombin. 3e een vervolgstuk van „Fra Angelico” van etienne beissel s. j. met eenige mooie platen naar werken van den meester. 4o. „De daad van den goeden en slechten moordenaar,” van ernest rupin. 5o. Relieken van constantinopel,” van t. de mély. 6o. een zevende en laatste artikel over „de Mozaïken der kerken te ravenna van x. barbier de montault.

dienstaanbiedingen en vacante betrekkingen.
Opz. Teeken., leeft. 21 jaren, verlangd salaris f 65 p. maand
25 85 à 90
23 60
30 60 à 80
23 80 à 90
Opz. of Uitv. 43 60 à 70
„ Tekenaar 28 80 à 90
  1. Zie art voûte Diction. v. le d.
  2. Zie von fisenne l’Art Monumental 1881.