Pagina:Architectura vol 005 no 028.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

VIJFDE JAARGANG No. 28.ZATERDAG 10 JULI 1897.

ARCHITECTURA / ORGAAN V.H. GENOOTSCHAP ARCHITECTURA ET AMICITIA
ARCHITECTURA / ORGAAN V.H. GENOOTSCHAP ARCHITECTURA ET AMICITIA

UITGEVERS: J. VAN DER ENDT & ZOON MAASSLUIS.

Redactie: jos. th. j. cijpers, j. l. m. lauweriks, johs. b. lambeek jr., l. f. edema van der tuuk en k. de bazel.
bijdragen voor het blad te zenden aan den heer k. de bazel, nicolaas beetsstraat 118, amsterdam en alles, wat de administratie van het genootschap betreft, aan den 1sten secretaris, american-hotel, te amsterdam.
voorwaarden van het lidmaatschap: het orgaan met technisch gedeelte wordt wekelijks franco toegezonden aan alle leden van het genootschap. de jaarlijksche contributie voor het lidmaatschap bedraagt:
voor gewone leden . . . . . . . . . . . . . ƒ 12.—
  „   kunstlievende leden . . . . . . . . . „ 10.—
  „   buitenleden en aspirant leden . . . . . „ 7.50


MEDEDEELINGEN BETREFFENDE HET GENOOTSCHAP.

1. Wegens het schilderen van het genootschapslokaal zal dit eenige weken niet gebruikt kunnen worden.

2. Als ontwerper van motto „Bloem” 3e schetsprijsvraag 1897, ontwerp voor een portefeuille-band, heeft zich de heer joh. kromhout bekend gemaakt.

3. Zooals wij reeds mededeelden wordt door de „Société centrale d’architecture” te brussel bij gelegenheid van haar 25-jarig jubileum een internationaal congres van architecten en eene bouwkundige tentoonstelling gehouden; aan deze laatste tentoonstelling zal door inzendingen van de Maatschappij ter bevordering der Bouwkunst en van a. et a. worden deelgenomen. Het genootschap zond daartoe de volgende bijdragen:

1o. Een lijst met platen uit De Bouwmeester en De Architect, uitgaven van het genootschap.

2o. Een lijst met platen uit het Genootschapsorgaan.

3o. Inzendingen van verschillende leden, bestaande uit ontwerpen, teekeningen en fotografieën. Daarbij zijn:

a. Zeven ontwerpen, ieder bestaande uit 7–2 teekeningen.

b. Zes ontwerpen bestaande uit ééne teekening.

c. Een twaalftal fotografieën naar uitgevoerde bouwwerken.

4. De heer j. j. l. bourdez, civiel en bouwkundig ingenieur te amsterdam, is door de heeren johs. b. lambeek jr. en j. l. m. lauweriks voorgesteld als gewoon lid. De ballottage zal plaats hebben op de eerstvolgende gewone vergadering.


BEAUTY AND ART
BY ALDOM HEATON.
versiering van het huis. (gericht tot de liverpool architectural association.
vervolg.
Bladz. 89. „Het schoonste en duurzaamste wat de wereld bezit zijn wij verschuldigd aan hunne (van de architecten nl. red.) beschaving en hun geduld, hunne kunde en hunne liefde; en als iemand verlangt om zijn wezen te veranderen en te verheffen — het dier in zich te onderdrukken en het Goddelijke te ontwikkelen — laat hem dan de geschiedenis der architectuur volgen en hare monumenten bezoeken, van af het Parthenon en de Fransche en Engelsche Kathedralen tot het Parlementshuis en onze S t. George’s Hall (liverpool).”
Bladz. 90. „De eenige grief die ik tegen architecten heb, is dat zij niet ver genoeg gaan. Zij moeten niet blijven staan bij wanden, lijsten en houtwerk, doch zij moeten ook teekenen de zoldering, de friezen, de schoorsteenen, den electrischen aanleg en deze dingen niet in handen laten komen van onopgevoede winkeliers, wier eenig streven is gericht op ponden, shillings en stuivers. In een tijd van lage en vrekkige eerzucht, waarin ieder, als hij kan, geneigd is zijn buurman te bestelen, is het, voor het algemeen welzijn van het uiterste belang dat er een groep personen is, die voor het meerendeel welopgevoede gentlemen zijn; die weinig commercieele eerzucht hebben; die verheuging zoeken in schoonheid van lijn of kleur om der schoonheidswille, en niet omdat er voor betaald wordt; die inzonderheid strijden voor eens anders rechten, meer dan voor hunne eigene; wier waarde voor de gemeenschap immer wordt onderschat; die voortdurend goed zoo – niet – beter werk doen dan de schilders; doch die tienmaal minder worden gevleid en getroeteld; en die meestal hard werken voor hun brood, daarbij weinig kans hebbende zich buitensporig te verrijken.”
wordt vervolgd.