Pagina:Architectura vol 005 no 040.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
180
2 October 1897
ARCHITECTURA.


in den wel wat al te steilen indruk door het enkel gebruik van loodlijnen en waterpaslijnen teweeggebracht.
Alle staande deelen echter, alle vertikaal staande vlakken, zooals muren o.a. vergen uit den aard van hun wezen eene meer opgaande indeeling. Dit wordt duidelijk wanneer we ons den gevel van een gebouw denken die precies een vierkant is. Het is bijna zeker dat deze gevel een onaangenamen indruk geven zal. Hetzelfde onaangename, zoo niet onnatuurlijk gevoel krijgt men bij het zien van een raam met kleine vierkante ruitjes fig. 4 Hier maken de loodlijnen en waterpaslijnen een nuchter, dor effect. Het is waarschijnlijk om dit te vermijden dat men in de oude vensters de ruitjes overhoeks plaatste fig. 5. Ook bij behangselpatronen weten we bij ondervinding, hoe onuitstaanbaar een patroon is dat op quadraten past.

Het vierkant is als het ware de aangewezen figuur om eene liggende horizontale functie te vervullen, terwijl het daarentegen voor verticale functiën ongeschikt blijkt.
Het is van algemeene bekendheid dat de voerlijn voor een behangelpatroon meest 60° is, terwijl bij het trachten der modernen, om de beginselen der geometrische constructie-stelsels van de middeleeuwers terug te vinden de richting van 60° steeds op den voorgrond wotdt geplaatst en daartoe nooit een netwerk van quadraten wordt voorop gesteld.
Welk stelsel echter de voorkeur verdient d.w.z. welken hoek de voerlijn met de grondlijn moet maken is niet in enkele regelen uit te maken. Ook behoort dit niet zoozeer tot het gebied der verhouding als wel tot dat der diagrammen, hoewel natuurlijk het gebruik dier diagrammen het verkrijgen eener schoone verhouding beoogt en ten gevolge heeft.
Hoewel dus het onderwerp „diagram” een afzonderlijk artikel verdient hetgeen wij nader hopen uiteen te zetten kan vooraf als algemeene regel gelden, dat het verkrijgen van een schoon en redelijk diagram, noodig om er een stelsel van verhouding uit te ontwikkelen, den geometrischen aard van het onderwerp de geheele zaak tot het gebied der geometrie terugdringt. Maar nu echter de bouwkunst werkt met drie afmetingen de ruimte dus in den vollen zin des woords, wijst dit er op dat de stereometrie, wederom teruggebracht tot de principieele beschouwing der eenvoudigste lichamen of grondvormen, de eigenlijke bron is waaruit we voor dit onderwerp te putten hebben. m. l.

ERRATA.

architectura no. 39. van 25 sept. 1879, Artikel Verhouding.
Blad. 2. kolom 2. regel 1 staat: 3 = 21 en 15 : 21 = 15 : 1, enz. moet zijn: 3 = 21 en 315 : 21 = 15 : 1, enz.


DE FABRIEK
VAN SÈVRES.
vervolg en slot van blz. 161.
vrij naar het fransch, door l. f. edema v. d. tuuk.

Wanneer nu de voorwerpen met email zijn bedekt, komt de tijd dat zij de werkelijke vuurproef moeten ondergaan. Reeds is er op gewezen, het vuur is in de porcelein-industrie een element dat tal van bezwaren te voorschijn roept. Van daar ook, dat er vele voorzorgsmaatregelen dienen te worden genomen om deze bezwaren te boven te komen; het in den oven zetten geschiedt dan ook reeds met de uiterste zorgen.
Maar alvorens door voorbeelden duidelijk te maken, hoe die stukken dan wel in den oven gezet worden, dient men in aanmerking te nemen, waarom alle voorwerpen niet aan hetzelfde vuur worden blootgesteld, en welk verschil in fabrikaat hiervan het gevolg is.
Reeds is gezegd, hoe een oven, die op den grond rust op de eerste verdieping een globe vormt, waar de warmte geringer is, omdat de vlammen haar slechts langs omwegen kunnen bereiken. Deze globe kan het beste als een droogkamer worden beschouwd. De voorwerpen die uit de hand van den draaier of vormer komen, worden er sterker, verliezen hunne vochtdeelen en nemen toe in soliditeit.
Met het oog op het bakken zijn de voorwerpen in twee soorten verdeeld: die voor het groote of ovenvuur en die voor het kleine of moffelvuur bestemd. In den oven bereikt de warmte 1800 graden; de kleuren die hieruit komen zijn onuitwischbaar, hunne duur is onbeperkt.
Het moffelvuur bereikt nauwelijks 800 graden. — Wat verstaan wij dan wel onder een moffeloven? Het is een kleine vierkante oven, welks inhoud omstreeks een twintigste van een gewonen oven bedraagt. Men gebruikt ze voor de versieringen met kleinvuur (halfbakken), het vergulden, metaalreflexies en die kleuren, welke door den tijd worden uitgewischt.
Dat sèvres-porcelein, voor welks versiering alle kleuren van het palet zijn aangewend, is in den moffel met klein vuur gebakken. Na eenige jaren gebruikt te zijn, wisschen deze kleuren uit en verdwijnen.
Daarentegen zijn de kleuren, die uit den grooten oven komen onuitwischbaar, maar zij komen niet alle evengoed te voorschijn.
De inhoud van een oven op te stapelen is een arbeid, die veel zorg vereischt en waarmede meestal een halve dag is gemoeid. De voorwerpen worden hiertoe in omhullingen van vuurvaste steen geplaatst; zij worden tevens hierdoor tegen al te groote hitte beschermd. Nog dienen zij tot steunpunt der opeengestapelde voorwerpen onderling. Met potaarde dichtgesmeerd zijn zij voor de vlammen ten eenenmale gesloten.
Wanneer het inzetten geëindigd is ziet men door een kijkglas welke vorderingen de nu ontstoken oven maakt en door middel van een controleur van porcelein volgt men het verhittingsproces. Het is volgens den graad van doorschijnendheid, dien dit stukje porcelein bereikt, dat de duur van het bakken wordt bepaald. Acht à negen uren zijn noodig voor het afkoelen van den oven en dan volgt het uitnemen dat natuurlijk in hoofdzaak altijd hetzelfde werk is, doch steeds met veel spanning wordt tegemoet gezien.
Zulk een oven toch behelst voor vele duizenden franken aan waarde en men weet nooit of ook een onoplettend oogenblikje eene kleine fout in de bereiding van de pâte het verlies van al die stukken heeft tengevolge gehad.


Denkt er eens aan, dat er soms stukken uitkomen waaraan door verschillende medewerkers maanden zijn besteed. Welk een teleurstelling voor hen wanneer hun werk is mislukt. Rondom den oven geschaard aanschouwen allen met spanning hoe de stukken uit hunne omhulsels te voorschijn komen; de fabriekschef (sinds eenige jaren is het een porceleinfabrikant uit het departement du cher) neemt zorgvuldig ieder stuk ter hand, formuleert zijne opmerkingen over het bakken en noteert ze in een daarvoor bestemd register. Sedert het oprichten der fabriek zijn deze notities bijgehouden, deze registers vormen dan ook de rijkste documenten, welke men over de uitwerking van het vuur op porcelein kan raadplegen. Men beschouwt een oven als geslaagd wanneer een derde in de perfectie is, een vierde goed en 15 percent passabel. De rest, dus 25 à 30 percent, in sèvres als slecht beschouwd, zou in de particuliere industrie voor vrij goed worden gehouden. Vroeger werden deze stukken voor lage prijzen van de hand gedaan, min of meer rijk opsierd werden zij dan, dikwijls ten nadeele van de artistique reputatie van sèvres, weder verkocht. Om dat misbruik tegen te gaan, worden tegenwoordig alle afgekeurde stukken dadelijk bij het uitnemen stuk geslagen.