Pagina:Atlas-leerboek-1913.pdf/6

Eiland. — Een eiland is een stuk land, dat aan alle kanten door water omgeven is. — Een archipel is eene groep van verscheidene eilanden, welke dicht bijeen liggen.

Kaap. — Eene kaap is een stuk land, dat in zee vooruitspringt.

• 
• 
• 
• 

• 
  Eiland.
• 
  Archipel.
• 
  Schiereiland en landengte.
• 
  Kaap.

Schiereiland; landengte. — Een schiereiland is een stuk land, dat aan alle zijden, ééne uitgenomen, door water omgeven is. Eene landengte is eene strook lands, die het schiereiland met het vasteland verbindt.

Kust. — Men noemt kust het land langs de zee. Een strand is eene kust, die zachtjes afhelt. Gewoonlijk is het met zand of keitjes bedekt.

---

B. — Het Water.

Men vindt op de aarde zout water, dat een overgrooten plas vormt, zee of oceaan genoemd, en zoet water, dat door de stroomende wateren naar de zee afloopt.

Stroomende wateren. — De stroomende wateren, ook waterloopen genoemd, worden naar hunne grootte onderscheiden in beken, rivieren en stroomen.

Eene beek is een smalle en ondiepe waterloop.
Eene rivier is grooter en is gevormd door de vereeniging van verscheidene beken.
Een stroom is een breede en diepe waterloop, die in de zee uitmondt. — Een kanaal of eene vaart is een water, door den mensch gegraven.

Deelen van eenen waterloop. — De deelen van eenen waterloop zijn: de bron, de mond, de samenvloeiingspunten, de bedding en de oevers.

De bron of oorsprong van eenen waterloop is de plaats, waar hij begint te loopen.
De mond van eenen stroom is de plaats, waar hij in de zee uitloopt.
Het samenvloeiingspunt van twee waterloopen is de plaats, waar zij zich vereenigen.
De bedding van eenen waterloop is de diepte, waarin hij loopt.
Aan weerszijden van de bedding zijn de oevers. Wanneer wij, op het water, het aangezicht stroomafwaarts keeren, dan hebben wij rechts, den rechteroever; links, den linkeroever.

Bekken. — Het bekken of het gebied van eene zee, een meer of eenen waterloop is de landoppervlakte, waarvan de wateren naar deze zee, meer of stroom afloopen.

De bekkens zijn van elkaar afgezonderd door waterscheidingen.