Naar inhoud springen

Pagina:Baumhauer1848WijLevenindeNatuur.djvu/22

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 18 —

Natuurwetenschappen vormen den geest op eene gemakkelijkere, het ligchaam minder schadende en tevens krachtigere wijze dan de philologisch-historische wetenschappen, en wij er tevens geene andere strekking dan gene opvoering van het jeugdig gemoed tot eerbied voor den Schepper in gevonden zullen hebben, dan zullen wij eindelijk deze vraag te beantwoorden hebben: waarom zijn de natuurwetenschappen niet of zoo schaars en gebrekkig in het onderwijs opgenomen?

Wij willen dus vooreerst de trapsgewijze ontwikkeling van den geest door de natuurwetenschappen nagaan, om dan den toestand van den door natuurwetenschappen gevormden jongeling te beschouwen.

 

 

De Natuurwetenschap begint met de zintuigen, die kanalen door welke de geest met de buitenwereld in aanraking komt, te oefenen; zij leert den jongeling zien, hooren, voelen, ruiken, proeven. Op voorwerpen