Naar inhoud springen

Pagina:Baumhauer1848WijLevenindeNatuur.djvu/55

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 51 —

stad die ik kort geleden verliet, heeft mij mijne oogen doen wenden op de inrigtingen onzer naburen, die ons te dien aanzien zoo verre vooruit zijn. En daar ik doordrongen ben van de waarheid dat van goed onderwijs de welvaart van het vaderland afhangt, behoud ik mij voor om mijne denkbeelden omtrent de doelmatige inrigting dier scholen elders mede te deelen.

 

 

Met de eerste vraag, die wij ons ter beantwoording stelden: waarom moeten wij de natuur kennen? is die andere: hoe moeten wij haar leeren kennen? ten naauwste verbonden. In de beantwoording van gene ligt reeds het antwoord op de laatste opgesloten en uit hetgeen ik tot hiertoe voor U ontwikkelde stemt Gij mij reeds toe: de Natuur moet uit haar zelve niet uit boeken gekend worden. Wij moeten de natuur zelve ondervragen, en wanneer wij ons geoefend hebben in de taal waarin het boek der natuur geschreven is,