Naar inhoud springen

Pagina:Baumhauer1848WijLevenindeNatuur.djvu/57

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 53 —

de plant of het dier anatomisch heeft ontleed en de functiën der verschillende organen heeft onderzocht, kent, zoo als Cuvier zegt, evenmin eene plant of een dier, als de Parijsche commissionair Parijs kent, ofschoon alle straten der stad tot de kleinste toe, ja zelfs elk huis, wat den uitwendigen vorm aangaat, hem bekend zijn; zoo dat hij zeer wel in staat zou zijn een' naauwkeurigen plattegrond der stad te leveren, maar van de inwendige gesteldheid der huizen en van wat daar binnen omgaat alle duidelijke voorstelling mist.

Zal de mineraloog die door uitwendige kenteekenen, door kleur, door hardheid, door kristalvorm zijne mineralen in verschillende groepen en afdeelingen heeft gerangschikt, mineralen-kenner mogen genoemd worden, indien hij hunne scheikundige zamenstelling niet kent? Neen, geene natuurwetenschap staat alleen, geene kan zonder behulp harer zusters beoefend worden.

Die, in plant- of dierkunde eenige vordering