Naar inhoud springen

Pagina:Bijbel, 1888 Statenvertaling, Jongbloed Editie.pdf/1450

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

1447

Matthëus

13:44—14:5

gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore.

44. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen, en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.

45. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone paarlen zoekt;

46. Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve.

47. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt;

48. Hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers aan den oever optrekken, en nederzittende, lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg.

49. Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden;

50. En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal zijn wening en knersing der tanden.

51. En Jezus zeide tot hen: Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere!

52. En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.

53. En het is geschied, als Jezus deze gelijkenissen geeindigd had, vertrok Hij van daar.

54. En gekomen zijnde in Zijn vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten, en zeiden: Van waar komt Dezen die wijsheid en die krachten?

55. Is Deze niet de Zoon des timmermans? en is Zijn moeder niet genaamd Maria, en Zijn broeders Jakobus en Joses, en Simon en Judas?

56. En Zijn zusters, zijn zij niet allen bij ons? Van waar komt dan Dezen dit alles?

57. En zij werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis.

58. En Hij heeft aldaar niet vele krachten gedaan, vanwege hun ongeloof.


Mattheus 14

1. Te dierzelfder tijd hoorde Herodes, de viervorst, het gerucht van Jezus;

2. En zeide tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten in Hem.

3. Want Herodes had Johannes gevangen genomen, en hem gebonden, en in den kerker gezet, om Herodias' wil, de huisvrouw van Filippus, zijn broeder.

4. Want Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben.

5. En willende hem doden, vrees-