Naar inhoud springen

Pagina:Bijbel, 1888 Statenvertaling, Jongbloed Editie.pdf/1794

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

1791

Filemon

1:20—25

ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe schuldig zijt.

20 Ja, broeder, laat mij uwer hierin genieten in den Heere; verkwik mijn ingewanden in den Heere.

21 Ik heb aan u geschreven, vertrouwende op uw gehoorzaamheid; en ik weet, dat gij doen zult ook boven hetgeen ik zeg.

22 En bereid mij ook tegelijk een herberg; want ik hoop, dat ik door uw gebeden ulieden zal geschonken worden.

23 U groeten Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus,

24 Markus, Aristarchus, Demas, Lukas, mijn medearbeiders.

25 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen.

« Geschreven uit Rome aan Filemon, door bemiddeling van de dienstknecht Onesimus. »