Pagina:Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland.djvu/38

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
20
20
simon stevin.

veel eenvoudiger en ongekunſtelder, dan hetgene in zijnen tijd daaromtrent te Weenen was voorgedragen.

Onder de eervollen getuigenisſen, welke men nopens stevin aantreft, beſtaat er eene van den meergemelden romanus, waarin hij hem noemt „eenen man dermate in de wigtige zaken ervaren, dat hem geen gewigt kan ontmoeten, hoe zwaar ’t ook zij, dat hij niet met kleine magt en ſlecht gereedſchap kan bewegen.” Door anderen wordt hem de uitvinding toegeſchreven van een werktuig, Pantocrator geheeten. Ik twijfel niet, of in beiden opzigten wordt gedoeld op den inhoud van het tiende Voorſtel des derden Boeks zijner Weegkunst, waar over de oneindige krachten wordt gehandeld. Hij ſpreekt aldaar over het Charistion, door archimedes uitgedacht, en zoodanig ingerigt, dat men met ééne hand een ſchip van buitengewone grootte, door Koning hiero gebouwd en ten geſchenke aan den Egyptiſchen Vorst ptolemæus beſtemd, konde voorttrekken. stevin noemt dit „een werk, weerdig archimedes eeuwige gedachtenis;” doch acht het niet onmogelijk nog iets te vinden, dat hetzelve overtreft, en zich door mindere kostbaarheid aanbeveelt. Hij beſchrijft daarop een

werk-