Pagina:Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland.djvu/52

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

BIJLAGEN.





gedichten van hugo de groot op den

zeilwagen van simon stevin.


Behalve het gedicht van de groot op den Zeilwagen van stevin, in de voorgaande Verhandeling vermeld, beſtaan er nog drie andere, voorkomende in de Verſcheyde Nederduytſche Gedichten, van den volgenden inhoud:


Maeckt Jupiter een plaets in ’t Hemels’ vyer voor my,
Op dat ick by de twee een derde Wagen zy.
Ghy mooght my meê met haer in ’t Noorden wel gaen ſetten,
Dat my beſtoove raên het water niet en letten.
Ick heb nu al geleert te mijden ’s waters kant,
Dewijl ick hier mijn reys droogh vorder over ſrandt:
Soo ſal my niet geſchiên, dat my niet ſoude luſten,
Te raken ’t Weſterſch nat omtrent de Spaenſche kuſten.
Doet my de eer dien ghy den Dolphijn en den Stier
Wel eertijdts hebt gedaen, en ’t goudtgevelde Dier.

t’Ont-