Drebbelium vidi tantum, qui fronte Batavum
Agricolam, sermone sophum Samiumque referret
Et Siculum. Optaram te consuetudine longa
Uti, magne senex; sed enim brevis obstitit horae
Momentum, invitoque alium dilatus in annum es.
Ook Drebbel, ſchoon ’k ſlechts kort dien landgenoot begroette,
Was ’, dien ik bij den Brit, op dezen togt, ontmoette,
Die, boersch van aanſchijn en vervreemd van pralerij,
De Wijzen van Sicielje en Samos ſtak op zij.
De tweede maal genoot Huijghens den omgang van Drebbel gedurende een geheel jaar, en werd toen door gemeenzaamheid met hem verbonden. Hoort hem zelven:
Drebbelium toto laeti possedimus anno
Me quoque possedit possessorem, nisi fallor,
Non importunum. Sic testabatur abunde
Multas ille mihi, multis sermonibus horas
Largius impendens, quam cui fortasis amico.
Uit uwen ommegang, o drebbel, die zoo vaak