Deze pagina is proefgelezen
Aanteekening.
Tellurem fecere Del, fua littora Belgae.
Immenfaeque patet molis uterque labor:
DI vacuo sparsas glomerarunt aethere terras,
Nil ubi quod coeptis posset obesse suis;
At Belgis maria et terræ et natura Deorum
Osftitit, obstantes hi domuere Deos.
HUËT.
De Goden maakten de Aard; Bataven, gy uw stranden.
En 't eene en 't andere werk jaagt zielsontzetting aan.
De Goden wierpen de aard by klompen uit de handen
In 't ijdle ruim der lucht waar niets kon tegenstaan;
Doch hier, waar zee en ground en hemel weêrstand boden.
Betemde Hollands vlijt den weêrstand zelfs der Goden.
En 't eene en 't andere werk jaagt zielsontzetting aan.
De Goden wierpen de aard by klompen uit de handen
In 't ijdle ruim der lucht waar niets kon tegenstaan;
Doch hier, waar zee en ground en hemel weêrstand boden.
Betemde Hollands vlijt den weêrstand zelfs der Goden.
Ik vertrouw dat mijne Jongelingsverzen ten aanzien van dit punt In mijn zilveren Prijsvers: de Liefde voor 't Vaderland, in 1777 gekroond, minder aanstootelijk, en echter níet minder Poëzy zijn. Doch HUËT heeft zichtbaar het beroemde Epigramma van Sanazarius voor den geest gehad, 't geen zijn Dichter vierhonderd Dukaten verdiende; en hy schijnt het wel te hebben willen overtreffen.
Viderat Hadriacis Venetam Neptunus in undis
Stare urbem, et toto ponere jura mari:
Nunc miht Tarpejas quamtumvis. Jupiter, arces.
Objice et illa tui moenia Martis, ait.
Si pelago Tiberim praefers, urbem adspice utramque,
Illam homines dicas, hanc posuisse Deos.
Dat Is, na genoeg:
Neptuun zag uit zijn kil het trotsch Venedig brallen.
En geven wijd en zijd heur wetten aan den vloed:
Voer, (sprak hy,) voer. Jupijn, uws Mavors ruime wallen
En Tarpejaansche rots, my: trotsende In 't gemoet:
Verheft ge uw Tyberstad, aanschouw dees Waterthroon;
Het een is menschenwerk; het ander, werk der Goôn.
En geven wijd en zijd heur wetten aan den vloed:
Voer, (sprak hy,) voer. Jupijn, uws Mavors ruime wallen
En Tarpejaansche rots, my: trotsende In 't gemoet:
Verheft ge uw Tyberstad, aanschouw dees Waterthroon;
Het een is menschenwerk; het ander, werk der Goôn.