Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/20

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dig bestier, die zich over den roekeloozen knaap ontfermde."

Men kan zich de verbazing en verwarring van den Regent voorstellen, toevallig na zulk een tijdsverloop nog in ’t zelfde bestuur, die nu werkelijk sporen van deze gelijkenis begon op te merken.

»Wollebrandt Gleijms!" herhaalde hij eindelijk, »wat een man zijt gij geworden, beide in fortuin en in statuur!"

»Ja, niet waar? de plompe luiaard, die ’t bij u in ’t Huis te makkelijk had en niet werken wou, is onder zware vermoeienissen, hongerlijden, moeite, en het doorstaan van allerlei perikelen, tot eene ferme grootte opgewassen."

»God lof! dat het zoo met u is afgekomen; wij dachten u verloren, naar ziel en lichaam."

»Door den Heer bewaard en geholpen!" hernam de Admiraal, terwijl hij de hand nam van den Regent, en die hartelijk schudde. Beide mannen hadden de tranen in de oogen.

»Zoo ’t niet te onbescheiden is, verhaal mij een deel uwer avonturen," zeide de Regent.

»Volgaarne ’t geheel later op ons gemak, als gij mij de eer zult doen aan mijne tafel te spijzen… nu heb ik zaken te bespreken, die haast hebben om afgedaan te worden."

»Aan uwe tafel spijzen… gij meent u dus in onze stad te vestigen?" »Als gij ’t mij vergunt."

»Mijne vergunning zal u daartoe wel vrij onnoodig zijn."

»Zoo noodig, dat ik mij hier huis noch hof zal koopen, vóór ik eerst mijne vrijheid heb gekocht van u."

»Van mij! wat gaat u door ’t hoofd, heer Ammiraal?"

»Van u en van de andere Regenten, of om duidelijker te spreken, vóór ik mij losgekocht heb van het weeshuis, dat ik verlaten heb als een beschonken losbol de herberg, zonder het gelag te betalen; nu ben ik een man van fortuin en van orde, en wil des geene schulden hebben, en zonderling deze met den meesten spoed afdoen." In ’t belang van het gesticht had de Regent geen recht, tegenwerpingen te maken. Het spreekt vanzelf, dat er niet op den losprijs werd afgedongen, die terstond voldaan werd, waarop eene voorloopige akte van voldoening volgde.

»Ziezoo! " sprak de Admiraal, »nu ben ik vrij man, en ga