Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/24

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

EEN NACHT IN EEN ARMSTOEL.




»Het kapsel van Mevrouw de hertogin is voltooid!"

»Heel goed, Saint Jean!"

»Nu schielijk de pluimen, Mejuffrouw Brigitte!" vervolgde de kapper,

»Onmogelijk," hernam de camérist, »de pluimen moeten nog uit Parijs komen; ze kunnen eerst in den ochtend hier zijn."

»Zoo zal ik u wijzen, waar ze moeten geplaatst worden. ’t Is eene kleine moeite, die morgen in te zetten; " en de kapper voegde de daad bij het woord.

Toen Brigitte genoegzaam was ingelicht, sprak Saint Jean met eene buiging tot hare meesteres: »Heeft Mevrouw de hertogin nog iets te bevelen?" »Niets, Mr, Saint Jean! ik dank u." »Dan zal ik de vrijheid nemen mij te verwijderen, Ik moet morgenochtend zeer vroeg te Versailles zijn; daar treft toevallig zoo veel samen; en ongelukkig kan men er niets doen zonder mij," De dame knikte toestemmend met een fijn half ironisch glimlachje, en in het volkomen bewustzijn zijner onmisbaarheid verwijderde zich de belangwekkende kunstenaar. In waarheid, als men op het voltooide kapsel zag, kon men hem dien titel niet meer weigeren; en al zun wij minder dan ooit gezind, den schoonheidszin van de 18de eeuw hulde te doen, een kapsel in het laatste tijdperk van die eeuw was een kunstwerk, zoo al niet van goeden smaak, dan toch van geduld en vindingrijkheid, dat te meer verdienste had, daar het altijd slechts be-