Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/171

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Jehan en Jehanne.
eene Brugsche vertelling uit den ouden tijd.




Ten jare 1468, in den zomer, vierde Hertog Karel van Bourgondië, de Stoute bijgenaamd, ten derden male bruiloft — en de Prinsesselijke bruid, Vrouwe Margaretha van York, des Konings Eduard van Engelands zuster, zou hare statelijke intrede doen binnen zijn hof te Brugge.

De bruid was den vijfentwintigsten van Weimaand, met eene vloot van zestien schepen, en een grooten stoet van edelen, ridders en jonkvrouwen, verzelschapt van de twee broeders der Koningin van Engeland en de Hertogin van Norfolk, te Sluis aangekomen, waar zij begroet was geworden door de Hertogin—Weduwe Isabella van Portugal en de jonkvrouwe van Bourgondië Maria, des Hertogs erfdochter. Daags daaraanvolgende had Karel zelf zijn eerste bezoek gebracht aan zijne toekomstige gemalin; bij het tweede waren ze solemneellijk in ondertrouw opgenomen, en den tweeden Juli toog de bruid met haar gezelschap naar de stad van Damme, waar het hooge huwelijk in alle vorme werd voltrokken, ten huize van den Baljuw Stasin Weyts, ten overstaan van den Legaat van Rome, den Bisschop van Salisbury en de voornaamsten der Vlaamsche en Bourgondische geestelijkheid. — Het bruiloftsfeest zou te Brugge worden gevierd, en de Bruggenaars — in den regel even gereed tot feestvieren als tot oproermaken — hadden zich ditmaal overtroffen in de toebereidselen tot eene schitterende ontvangst der nieuwe Hertogin. De sprake ging, dat dit huwelijk minder uit staatkundige berekening werd gesloten, dan wel uit een verlangen des harten van den Hertog; en er was grond voor