Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/368

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zelf te laten overheeren door eenige geestelijke macht, daarop hij zijn vertrouwen zet, aan dien steun hangt voor hem dàt deel zielevrede, dat hij kan smaken; ontneem hem dien, en hij slingert duizelend her en der; maak hem dat juk te licht, en hij zal missen wat hem het meeste noodig was."

»Voorzeker, ge dwaalt hierin. Broeder Pandolfio, die vermaard was om de strafheid van zijn geestelijk bestuur, is door hem ter zijde gesteld, omdat diens dwang hem ondragelijk was geworden; toen heeft men hem mij aangewezen, omdat…"

»Omdat hij van zachtheid de proeve wilde nemen; zij is mislukt, ik zegge het u. En tenzij ge mijn raad volgt, zal hij zich te eenigen tijd van u ontslaan op eene wijze, die u tot schade en oneer strekt."

»Een priester mag niet het eerst op zich zelven denken; daar moge van komen wat wil, dát wat gij raadt, kan ik niet volgen, het strijdt tegen mijne beginselen, tegen mijn karakter. Maar dat ik zinnen moet om hem op een anderen weg te leiden, dit voele ik nu zelf; alleen het zal mijn weg zijn, en niet de zijne."

Meester Foulques had intusschen van Drenkwaart en zijn neef gadegeslagen.

»Bij gut! wat een bijstre bui heeft jonker de la Palma door te staan," sprak hij nu; »ik ben zeker dat een of ander los woord, hem in ’t vuur der jonkheid ontvallen, hem aangerekend wordt als een crimen laesae majestatis tegen staat of kerk. De arme gehoorigen moeten het boeten dat de gestrenge heer door het flerecijn buiten den Staatsraad wordt gehouden."

»Laat ons opletten. Zijne Heerlijkheid mocht kwalijk worden, als hij zich toornig maakt."

»Gij hebt gelijk, wij zullen opletten."

Weinige oogenblikken daarna bleek het hoezeer dat noodig was. IJlings toegeschoten om zijn lijder bij te staan, kon meester Foulques toch niet een woord van zelfvoldoening onderdrukken, om den geestelijke te doen opmerken, dat zijne scherpzinnigheid zich niet had bedrogen omtrent den dubbelen aard van van Drenkwaart’s lijden.

Gewis het was zwaar, al mocht men het verdiend achten, of eigenlijk al moet men het de natuurlijke uitkomst noemen van den weg, dien hij was gegaan uit vrije keuze en met voorkennis van wat hij deed.