Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/37

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Mij zóó te gemoet te rijden op uw vergevorderden leeftijd!” voegde hij hem toe op den toon van minzaam verwijt; maar bij de wreede intentiën van den Hertog, lag er eene bedoeling in dat gezegde, die veel had van het spelen eener kat met de gevangen muis. De Graaf zal het zeker met bevreemding hebben aangehoord. Alba was in zijn zestigste jaar, hij zelf pas zes en veertig! Kon hij vermoeden dat deze hem aanzag met het voornemen hem geen volgende Augustusmaand te laten beleven?

De verdere tocht naar Brussel tot aan de Leuvensche poort werd zonder eenige hindernis voortgezet, hetgeen niet te verwonderen is, daar de Hertog, als een voorzichtig veldheer, niet al te veel vertrouwende op den schrik van zijn naam en de verslagenheid der Vlamingers, doeltreffende maatregelen had genomen om de veiligheid van zijne doorreize te verzekeren. Antwerpen had hij terstond laten bezetten door vierduizend Duitschers onder bevel van Graaf Alberic de Lodron, die zich te Diedenhove bij hem gevoegd had. In geene plaats had hij halt gehouden die hij niet vooruit door zijn eigen vertrouwd krijgsvolk had laten bezetten. In Brussel zelfs was hij meester eer hij er binnentrok, daar hij don Francisco d’Ybarra derwaarts had gezonden met zijn eerbiedige groeten aan de Regentes, maar tegelijk met het bevel om zich van de poorten, voorsteden en publieke gebouwen te verzekeren en die met vertrouwd krijgsvolk te bezetten. Margaretha van Parma was hevig vergramd over deze aanmatiging, die des Konings veldoverste zich veroorloofde in hare eigene residentie nog vóór hij zijn bestuur had aanvaard. Maar Ybarra had in last zich niet aan haar verzet te storen en al hare tegenwerpingen te beantwoorden met de verzekering, dat de Koning gereed stond eerstdaags naar Vlaanderen te komen, en dat de eer Zijner Majesteit er aan gelegen was dat hij de sterkste was in zijne hoofdstad.

Dit legde zelfs der Gouvernante het zwijgen op, die met den dienaar van haars broeders dienaar niet over het twijfelachtige van des Konings beloften kon gaan twisten! Maar zij nam zich wel voor het den aanmatigenden Hertog betaald te zetten. Zij had niet eens dat soldatesk begin noodig om heftig tegen hem verbolgen te zijn.

Onder allen die over de zending van Alba naar de Nederlanden ontrust en misnoegd waren, stond de Regentes bovenaan;