Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/147

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

onder haar, en de eenvormige witte mutsjes van ragfijn linnen met stijf opstaande kant. Hoewel reeds sommigen, omstreeks dien tijd, zich kapten; in dezen zedigen en deftigen kring, droeg niemand het haar bloot Mevrouwe van Wittenhorst is reeds zes en dertig jaar, en toch zij schijnt wel de jongste van alle hare vriendinnen, zóózeer verjeugdigen haar eene frissche blanke tint, een vroolijk helder blauwoog, roode lippen en witte tanden, getuigen van gezondheid en levenskracht; een voorhoofd, dat noch door te groote zorgen, noch door te diep nadenken was gerimpeld, en eene gestalte zoomin gebogen door overspanning van arbeid, als door volstrekte ledigheid verslapt en vadsig geworden. Op haar vijftiende jaar gehuwd en door een noodlottig toeval op haar twintigste reeds weduwe zonder kinderen, had zij nu bijna vijftien jaar geleefd, zonder ooit tot een tweede huwelijk te kunnen overgaan, hoewel de aanzoeken niet hadden ontbroken, en de beste partijen uit Utrecht’s adel zich beurtelings aan haar hadden voorgesteld. Was dat uit onvergetelijk gedenken aan haar overledene, of dat haar trek tot vrijheid sterker sprak dan de behoeften van haar hart? het zou moeilijk zijn te beslissen geweest; het zou misschien nooit zijn uitgewezen, zoo er geene Engelsche hulptroepen in Nederland waren gekomen met den veldheer John Norrits aan het hoofd. Want deze kwam, zag en overwon, wel niet als Caesar in één dag, maar werd althans tot den kamp om de overwinning toegelaten; met andere woorden, zoo vrouwe Katharina hem niet terstond als minnaar rechten gaf in haar hart, duldde zij hem toch als pretendent in haar huis en aan hare voeten, en aan geen vroeger aanbidder had zij die vrijheid gegeven; in den laatsten tijd zelfs had de dappere Generaal op dit terrein meer veroveringen gemaakt, dan op het Spaansche grondgebied; want, als we gehoord hebben, ging zij reeds in Utrecht als zijne verloofde door, en wellicht ware zij sinds lang zijne bruid geweest, zonder eene nood-