Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/65

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

altijd nut en voordeelig gehouden, dat eerbare jonge dochters haar genoegen in huis vonden, of voor ’t minst onder malkanderen in zoete zedige vermaken; zoo was ’t in mijn jongen tijd— jonge meiskens gingen niet op festijnen of gastmalen, of het moest al een bruiloft zijn of een familiemaal, maar vorders liet men het somptueuse gastreeren aan mannen en gehijlikte vrouwen over, en nog was ’t eene zeldzaamheid voor de laatsten; nu is ’t anders, en niet beter naar mijn verstand, maar dat komt van al die Brabanjers en Vlamingen en andere uitlanders, die hunne half Spagnoolsche, half Fransche zeden herwaarts overbrengen; eene vermenging, die den Neerduitschen landaard gansch niet voordeelig is; schoon dit opiniën zijn, waarvoor ik bij mijn man niet durf uitkomen, die licht zou meenen, dat het op hem sloeg, omdat hij uit den Bosch is, en vrij wat meer Engelsche coutumes heeft doorgedreven in ons huis, dan in een Hollandsch huishouden pas geeft, naar ’t mij voorkomt. Veel daarvan is ook buiten zijne schuld en door toedoen der omstandigheden bij ons ingeslopen. Als men gestaag gasten en vreemdelingen over huis heeft, kan men naar eigen believen niet meer leven, zonderling niet als ’t luiden van aanzien zijn, en dezulken, die men ontzien moet, en daar heer Killegrew hier altijd zijn logies neemt, zoo vaak hij tot Utrecht vertoeft… Doch zie, ik dool af met mijne redeneering; ik meende aJleen te zeggen, dat ik één met u denk op het punt van ’t lichtvaardig leven onzer hedendaagsche juffers, en dat wat des levens verdrietelijkheden aangaat, elk de zijne heeft. Spreek daarom vrij voor mij de uwe uit!"

»Oordeel er zelve af, oordeel hoe het mij zijn moet, als gij even mijn geval overziet. In Louwmaand van ’t verloopen jaar wil het vriendelijk geluk, dat ik bij ongewachte ontmoeting met u en heere Prouninck de kennis vernieuwen mag, die mijne overleden ouderen en gijlieden met den anderen hebt gehad. Ik