Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/117

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

verlokt door de wondre toovermacht, die hij op haar uitoefent!" kreet de arme moeder, stomp en radeloos van droefheid. »Ik arme beroofde, met één slag getroffen in gade en kind! Dat komt er van, zich af te geven met groote heeren, en zich partij te stellen tegen den ingeboren Prins en ’s lands eigen vaderen. Dat komt er van, aan te leggen met uitheemsche avonturiers, en in de kerk te gaan om andere oorzake, dan Gods Woord alléén…" Vrouw Cornelisz., eens op dien toon gestemd, had, als men denken kan, vele variatiën op hetzelfde thema; maar die jammerklachten zelve leidden hare smart af, terwijl zij die lucht gaf. Werner, — de ongelukkige Werner, die .niets kon de uiten, — die alles in zich zelf moest opsluiten, — die nooit voor eenig vertrouwd oor leed kon klagen; — Werner leed duizendmaal meer dan zij, en te zwaarder, omdat hij achtte, dat hij niet onschuldig leed, en dat alles, wat er gebeurd was, zoude voorgekomen zijn, zoo hij moeds en vastheid genoeg had gehad, om Deliana’s beden te weerstaan, en Fabian niet had voortgeholpen in zijne schuldige handelingen; want hij twijfelde geen oogenblik, of de ontdekking daarvan en de gevolgen, die er uit waren ontstaan, hadden deze rampen gebracht over zijn meester en diens dochter. Toch had hij wel zeker niets verzuimd, om onheil van die geliefde hoofden af te weren, en te meer scheen het hem onverklaarbaar, dat men den boekverkooper nog altijd hield ingekerkerd, daar zijne onschuld voldingend was bewezen. Werner namelijk, die van natuur eene groote mate van slimheid bezat, en niet van goed oordeel was ontbloot, terwijl zijn ongelukkige hartstocht voor Deliana nog daarbij zijne zielsvermogens scherpte, had zich op haar verlangen wel geleend tot de diensten, die Fabian hem vroeg, en zich schijnbaar als een blind en willeloos werktuig laten gebruiken, maar in waarheid had hij goed toegezien op hetgeen men van hem eischte, en was daarom rusteloos bedacht geweest, er de gevolgen van te keeren of te