Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/191

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hervatte hij zachter en bijna fluisterend, nadat hij hem meer genaderd was: »Ik wil nu niet onderzoeken naar de oorzaak van het overwicht, dat gij houdt op deze joffer en uwe relatiën met haar. Alleen als ik het u vraag, eisch ik zuiverlijke biecht."

»Ik belove die," antwoordde Fabian, met houding en stem vol gedwongen rust.

»En," voegde Barneveld er bij, verstaanbaar nu slechts voor Fabian alleen, »ik ben dus overtuigd, dat niemand beter dan gij mij behulpzaam zal kunnen zijn, in ’t nasporen van de ware Lady Margaret, dat…, ik te eeniger tijd uw bijstand daartoe zal vragen."

»Die zal u verleend worden," hernam Fabian strak en doodsbleek. »Alleen," voegde hij er bij, met zijn scherpsten ironischen glimlach: »wacht er mee, mij dien dienst te vragen, tot ik u alle overige zal bewezen hebben, die gij van mij wacht."

»Ik belove u alle geduld, dat met staatswijsheid kan bestaan," hernam Barneveld, Emerentia den arm biedende, om haar van daar te voeren.