Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/99

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Wij gelooven niet, dat de dames, na zijn vertrek, lang meer zijn samengebleven. Mevrouwe van Wittenhorst althans vertrok terstond. Het is mogelijk, dat de overige vrouwen in vrede zijn gescheiden, maar het is zeker, dat zij zich niet weer op die wijze vereenigd hebben: de snoeren, die dezen pijlenbundel samenhielden, waren losgewonden. Zoo deze vrouwen in onze eeuw geleefd hadden, ze zouden zich zeker in communistische clubs, of anderen vereenigd hebben. Ze waren nu, na de eerste proef- neming. door velerlei onrust en angsten afgeschrikt van vermetele wenschen en plannen; zij hadden gevoeld en begrepen, dat het haar niet goed was, buiten haar kring te treden; zij hadden geene strengere lessen noodig gehad, dan de voorstellingen harer ontstelde verbeelding en van haar ontrust geweten, waarmede zij, als men denken kan, nog niet hadden afgedaan, al lieten zij af van vroegere dwalingen. Wat er ook van zij, toen meester Roderik zich te middernacht met zijn spion samentrof in het onderaardsch verblijf, vond hij het terrein vrij en ontruimd, tot zijne innige voldoening; want, van wichtiger belangen en van handelingen, die meer uitgestrekten invloed konden hebben op den toestand der provinciën, zou deze plaats nog het tooneel moeten zijn, en die wanden zonder echo de bescheidene getuigen.