Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/447

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

niet kon geschonken worden ter wille van ’t exempel, dat men dan te zijner liefde zich bepalen wilde tot een snellen en korten dood, niet verzwaard door pijnigingen, zooals in den regel bij zulke aanleiding geschiedde. Die voorspraak was beslissend; Anastro en Timmermans werden geworgd eer de vreeselijke strafoefening aan hen voltrokken werd, die over hen was uitgesproken.

Charlotte de Bourbon, tijdens den moordaanslag Willem’s levensgezellin en, om de zes dochters die zij hem slag op slag had geschonken, »l’abbesse féconde" genoemd, week in die moeielijke dagen niet van zijn ziekbed en de Villiers, haar landgenoot, haar religieverwant, stond haar trouwen krachtig ter zijde. Zij bleef zich staande houden tot haar gemaal geheel hersteld, reeds ter kerke was opgegaan om, ten overstaan der gemeente, den Heer te danken voor zijne redding, zijne herstelling. Doch weinige dagen daarna lag zij zelve op het krankbed, dat haar sterfbed zou zijn. Zeker had zij, die een zoo bemind echtgenoot en zes jeugdige dochters moest achterlaten, al den troost van den godsdienst noodig, om met onderwerping aan ’s Heeren wil die scheiding voor oog en te zien. De Villiers was het, die haar niet minder als vriend dan als evangeliedienaar in dezen zwaren kamp bijstond en die getracht heeft de smart des Prinsen te verlichten door deelneming. Aanvankelijk slaagde hij daarin niet. De Prins was zoo diep getroffen over het verlies van zijne geliefde Charlotte, dat men eene instorting vreesde voor den pas herstelde; maar zijn krachtig gestel, zijn tot berusting en gelatenheid gestemd gemoed, zegevierde ook ditmaal over zijne hartstochtelijke droefheid, en welhaast, toen die wond tot een litteeken was geworden, zag hij uit naar eene, die de ledige plaats in zijn hart, in zijn huis kon aanvullen. Willem van Oranje kon niet zonder vrouw; huiselijk geluk, een gezellige disch, waarbij eene lieftallige gade voorzat, die lief en leed met hem wilde deelen, was hem eene behoefte, ook al gaf het velen ergernis, dat de man, die zich op zoo menig punt wist te verloochenen, in dagen vol zorg en beroering als die van de jaren 1582 en ’83, aan zich zelven dacht, en nog eene vierde vrouw aan zijn lot wilde verbinden. In 1583 werden er onderhandelingen aangeknoopt in Frankrijk, die slaagden en tot uitkomst hadden zijn huwelijk met Louise de Coligny, de aanminnige, nog jeugdige weduwe van Téigny, de dochter van Caspar de Coligny.