Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/545

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Wel zeker! de Heer van Westhoven, de schoonvader van mijnheer van Baersse, is te Middelburg geen vreemde; treedt gij gerust binnen; maar de vreemdeling, de Engelsche officier, dat gaat zoo maar niet"; en toen deze, die wat ongeduldig werd bij dit parlementeeren, de Villiers volgen wilde, die zonder plichtplegingen vooruitstapte, kruisten de schutters op een wenk van hun sergeant de pieken, dwars voor het klinket, dat alleen maar open stond, en riepen hem toe met zijn volk terug te gaan; want de Engelsche soldaten die vast naderden, kwamen hun verdacht voor.

»Ik bid u, mijnheer de Villiers," riep Sir Henry dezen toe, »beduid dien lieden dat ze mij door laten, dat ik u vergezellen moet."

»Verschoon mij, Sir! dat is onnoodig. Ik heb afscheid van u genomen, en het was mijne bedoeling niet dat gij mij tot binnen Middelburg geleide zoudt geven."

De officier van de wacht die binnen de poort naar de stadzijde zijn wachthuis had, kwam nu ook te voorschijn, op het luid en toornig dringen van den Engelschman, dat men hem binnen zou laten, zoo men niet wilde dat hij geweld zou gebruiken; de Villiers was zijn gevangene, die hem door list zocht te ontsnappen.

»Geweld dwingt tot list, Sir; ik heb het u vooruit gezegd," sprak deze, zijn hoed afnemend, als om hem te groeten. »Ik ben niet meer gezind naar Vlissingen te gaan, nu ik bemerk dat men mij daar als gevangene zal behandelen en gissen kan wat mij daar verder wacht; en geloof mij, laat het er zóó bij blijven, dat is voor u zelven en voor de anderen wel het zekerste en beste," en daarop ging hij voort, eer Sir Henry, niet overtuigd, maar geheel overbluft, als versteend van verrassing, zich beraden had wat te doen. Zijn volk was van vuurwapenen voorzien, maar hij durfde niet op eigen gezag een aanval wagen, die tot een bloedig gevecht zou hebben geleid, waarbij hij met de zijnen gewis het onderspit zou delven en dat onberekenbare gevolgen kon hebben. De hoofdman van de schutters liet hem zelfs den tijd niet om zich te bedenken, want hij gaf een wenk aan zijne manschappen, en Sir Henry Ratley zag zich in den eigenlijken zin des woords de poort voor den neus gesloten.

De Engelsche officier stampvoette en brulde van spijt, dat hij