Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/556

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»dat mr. Petrus Loselerius de Villiers den 28sten November 1590 aldaar in de Oude- of Pieterskerk is begraven.

Of zijn grafzerk nog is uit te vinden?

Van zijne nakomelingen weten wij niet veel te zeggen. Zijne dochter Suzanne huwde Charles, zoon van Omaer Everwijn, aan wien zij was verloofd, zooals wij gezien hebben. Zij kreeg zonen, die predikanten werden. Eene harer zusters trouwde met zekeren Heer du Quesnel, waarvan de geschiedenis niets heeft aangeteekend; toch had hij een zoon, die ook predikant werd en die er in 1626 nog roem op droeg een kleinzoon te zijn van Petrus l’Oyse1eur de Villiers. Deze schreef, vermoedelijk om in iets zijn vermaarden grootvader na te volgen, eene Apologie van Prins Maurits, onder den titel van: De strik van den openbaren Lasteraar oft Wederlegging van den Hollandschen Apocalypsis, zeker niet veel beters dan een pamflet om eene partij te dienen.

De schoonzoon van de Villiers, mr. Pieter van den Baersse, secretaris van Middelburg, werd na diens overlijden eigenaar van Westhoven, en toen hij in 1598 zijn post neerlegde, ging hij er voor goed wonen, tot zijn dood toe, die in 1607 plaats vond. Zeker zal hij, die een vermogend man was, het noodige hebben gedaan ter herstelling en verfraaiing van de kostbare bezitting.

Is ons van de Villiers’ dochters nog een en ander bekend geworden door hare huwelijken, van zijne zonen weten wij niets; geest en karakter zijn niet erfelijk als naam en titel. Mogelijk is het met hen gegaan, zooals Bilderdijk zingt:

»Helden kind’ren deugden zelden…
(Was der ouden Grieken taal)
’t Is met wijzen als met helden
Vadren roem is enkel praal!"


Het kan ook zijn dat hun de gelegenheid heeft ontbroken, om zich een naam te maken, want zoo de occasie den dief maakt, zij maakt ook den held, en dus willen wij hen niet verdenken.

Johanna Brichanteau, de weduwe van de Villiers, moet vele jaren zijne jongere zijn geweest, want zij leefde nog in 1610, toen Westhoven nog weer op haren naam werd verheven.

En Louise de Coligny? Reeds in 1591 vestigde zij zich voor