Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/123

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

vastgesteld, toen de zes trompetters het sein gaven tot den maaltijd, en de eerste hofmeester met het gebruikelijke woord: »Chevaliers à la viande!” de gerechtigde hooge beambten opriep tot de plichten van hun ambt aan ’s Hertogs tafel. Toen was Karel gedwongen:om het gesprek af te breken, en zijn Keizerlijken gast uit te noodigen, ter feestzaal in te gaan.

Na alles wat er gezegd is van Karel’s huishouding op gewone dagen; na alles wat men weet van de Rourgondische weelde, zal men zich ook zonder beschrijving een denkbeeld kunnen maken van dit feest, als men bedenkt, dat het ditmaal het luisterrijkste was, dat nog gegeven werd; dat er, evenals bij de laatste bruiloft des Hertogs, voor iedere nieuwe aanrechting een ander goud en kostbaar tafelgereedschap werd gebruikt, en dat bij deze gelegenheid, op het tweede nagerecht, die gouden schotel eene plaats bekwam, wien de geschiedschrijvers eene waarde geven van 6o tot 90,000 gulden.

Als tusschenpoozing van de verschillende opdisschingen verschenen ook weder, tot vermaak en bevreemding der Duitsche gasten, die zinnebeeldige voorstellingen uit de fabelleer en uit de dierenwereld, die aan de Fransche en Bourgondische hoven mode waren geworden.

Moet ik zeggen, hoe een gekroonde leeuw van natuurlijke grootte met beweegbaren bek zich nedervleide aan de voeten van een arend, en hoe een dwerg, in de gedaante van een krijgsgod, hem mende, en een vers uitsprak, dat geheel rijmde, schoon er niet veel poëzie in was, en waarin beschreven werd, hoe gaarne en hoe ootmoedig de leeuw zich onderwierp aan den arend, en hoe voortaan alle bewoners der aarde mochten beven, nu de leeuwen de arend zich tot vaste vriendschap verbonden hadden? Dit en de verdere wonderen, die men uit bosschen en zeeën te voorschijn haalde, en in aanraking bracht met de goden en godinnen, aan den Olympus ontschaakt, waren voortbrengselen van dezelfde vinding, die walvisschen en leeuwen en Herculessen het leven gaf bij de huwelijksfeesten van Margaretha van York. En de ondernemer van het toenmalige tournooi »om den Gouden Bom,” Antoni, de Groote Bastaard, had zeker niet vergeten, ook hier van zijn goeden smaak en zijne prachtliefde bewijs te geven.