Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/153

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Niet als hij wacht! en niet weet hoe lang te moeten wachten…

— Ah! gij wacht, en zou ik ook mogen weten waarop?

— Och ja wel! ik wacht op eene dame.

— Die u hier rendez-vous heeft gegeven?

— Zooals gij zegt.

De l’Espine zuchtte, zag op de Prinses Louise met een pijnlijken blik en was ten einde raad; niet dat het den jonkman, gewoon alles voor zich te zien bukken, in zijn toorn en verbittering, aan de aandrift ontbrak, om met geweld den lastigen persoon te verdrijven; maar door opzien te geven, gerucht maken, en òf de bedienden van ’t kasteel, òf de wandelaars derwaarts te lokken, zou hij toch zijn tête-à-tête met de Prinses gestoord hebben; en al ware dit niet, een knecht door geweld verdreven, zou tot zwijgen te brengen zijn, door vrees of door geld; maar iemand van rang zou de beleediging niet zwijgend dragen, en de voldoening, die hij eischen zou, moest eene ruchtbaarheid wekken, die voor de Prinses zoo gevaarlijk kon zijn als voor de l’Espine zelven, die nog daarenboven andere redenen had, om de aandacht niet te veel op zijn persoon te vestigen. Bij wilde dus op nieuws met goedheid verkrijgen, wat hem kennelijk niet door dwang zou gelukken. Overtuigd dat de jonkman de Prinses niet kende, zei de hij hem zacht:

— Maar, Mijnheer! als ik u in vertrouwen zeg, dat deze dame ook iemand afspraak heeft gegeven op deze zelfde plaats… en om goede redenen zich niet verwijderen kan.

— Dan erken ik, dat het ongelukkig treft; maar meer vermag ik niet.

— Als ik u nu zeg, dat deze dame van een rang is, die haar recht geeft op de meeste onderscheiding!

— Dan nog kan ik niets toegeven, de mijne ook heeft recht op de hoogste eerbiedenis.

— Al goed, maar ten ware ze van vorstelijken rang zij…

— Zoo de mijne hier is, mogen onze dames het samen uitmaken, wie voor de andere uit den weg zal gaan! hernam Diedrik, en om den wille van beiden past ons, dunkt mij, tot zoolang voorzichtigheid en bescheidenheid.