Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/198

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

van het verhevenste — en houdt ook niet iedere zoon de moederborst voor de beste plaats om uit te weenen? en zoo de trek der Natuur hem daarop nederwerpt, was er nooit eene moeder, zoo zwak van hoofd, of het instinct leerde haar de nokkende snikken van zijne wanhoop te stillen tot de kalmer tranen der smart. Ook was het treffend te zien, hoe die afgestreden adelaar hem zocht onder de vleugelen van die trouwe klok.

»Laas, helaas! mijne vreeze was dan niet ijdel,” sprak de weduwe, »schoon ook ik het diep verborg in de geheim-kamer mijner ziel: het was een al te hooge staat, waartoe gij klimmen zoudt, en nu kroont de Hooggeborene uwe blijde verwachtingen met erge teleurstelling. Fij van haar!”

»Dat is de zaak niet, moeder! zij beschreit de verbroken trouw met bittere tranen. Ik zelf heb van haar afgezien, ik het eerst…”

»Dan kan het niet ernstelijk meenens zijn: minnetwisten ontstaan door een woordje en verzoenen met een kus!”

»Neen, moeder! het is niet een overijlde twist, waar berouw en verzoening pas geeft; wij zijn eeuwig gescheiden op deze aarde, en, zoo de Moedermaagd niet achtneemt op mijn jammerend smeeken, ook in het Paradijs!”

»Kind! kind!” jammerde de moeder, die met tranen en liefkoozingen zijne smart zocht te balsemen, »mar niet langer mij het al te zeggen, want ik ril zoo ik denke, wat er moet zijn geschied.”

En hij begon haar mede te deelen, wat wij weten: zoo geregeld en samenhangend als zijne smart het hem gunde, die nu, na de verlichting van het uitgesproken wee en de zoete tranen des medegevoels, allengskens de waanzinnige uitdrukking der wanhoop verloor voor de bittere zielsbedroefdheid over een nooit te herstellen verlies. Ook somtijds hadden de uitroepingen der goede weduwe hem gestoord. Toen zij nu alles wist, riep zij uit, met een haar eigen hoofdschudden: »Het is een klagelijke tijd, dien wij beleven, dat vrouwen zich moeien met de religie! Dat komt van dien groot en omzwaai van bedienden op het huis, die haar het huisbedrijf